Inleiding. Synthegra B.V. heeft in opdracht van XXXX een archeologisch bureauonderzoek in combinatie met een verkennend booronderzoek uitgevoerd op een terrein aan de Veldweg 28 te Nieuw-Roden. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen realisatie van een aantal stallen. De oppervlakte van de toekomstige bodemverstoring bedraagt 4600 m2 met een diepte van circa 1,75 meter beneden maaiveld. De bodem zal waarschijnlijk tot ver in het archeologische niveau worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen daarbij verloren gaan. Specifieke archeologische verwachting bureauonderzoek Het plangebied ligt op een dekzandrug waarin een veldpodzolgrond ontwikkeld is. Gezien de ouderdom van de te verwachte afzettingen kunnen in het plangebied vindplaatsen aanwezig zijn vanaf het laat-paleolithicum tot en met de nieuwe tijd. Op basis van de beleidskaart kan er mogelijk verstoringen aanwezig zijn en heeft het plangebied daarom een middelhoge verwachting. Het historisch onderzoek toont aan dat het plangebied pas in de voorlaatste eeuw ontgonnen is en er derhalve voor late middeleeuwen en nieuwe tijd een lage verwachting geldt. Archeologische interpretatie veldonderzoek. In tegenstelling tot het bureauonderzoek zijn er niet alleen dekzandafzettingen aangetroffen. Deze zijn enkel in boringen 3 en 5 aangetroffen. De natuurlijke ondergrond in de overige boringen betroffen grondmorene afzettingen. Gemiddeld is de bodemopbouw tot 50 centimeter beneden maaiveld verstoord. Een uitschieter hierbij is boring 6 waar de bodem tot 1,3 meter beneden maaiveld is verstoord. Deze boring is gezet direct naast een bestaande stal waar een opstelplaats voor een luchtwasser is voorzien. Hier zijn al vergravingen gebeurd bij de aanleg van de aanwezige stal. Er is geen bodemvorming aangetroffen, in intacte A of B-horizonten zouden archeologische resten uit het Laat-Paelolithicum en Mesolithicum voor kunnen komen, deze worden derhalve niet meer verwacht. Archeologische resten uit de periode Neolithicum tot en met Vroege Middeleeuwen bestaan niet alleen uit vondsten, maar ook grondsporen. Omdat er geen afdekkende conserverende laag is aangetroffen en de boringen gemiddeld vrij diep zijn verstoord worden deze ook niet meer verwacht.