Het plangebied Tiel-Oude Haven gaat heringericht geworden, met mogelijk nieuwbouw van appartementen. De werkzaamheden die hiermee gepaard gegaan kunnen een bedreiging vormen voor eventueel aanwezige archeologische waarden. VUhbs archeologie is daarom verzocht voor het plangebied een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van verkennende boringen uit te voeren, zodat meer inzicht wordt verkregen in de archeologische verwachting ervan en of er aanvullend onderzoek noodzakelijk zal zijn.Het bureauonderzoek heeft laten zien dat het plangebied zich bevindt op de locatie van een restgeul van de Linge die nog lange tijd open water heeft bevat vanwege het latere gebruik als stadsgracht en havengebied van Tiel. Daarom wordt in het plangebied een opvulling van de Oude Haven verwacht, evenals een opvulling gerelateerd aan het gebruik van de Oude Haven vanaf de Volle Middeleeuwen tot in de 19de eeuw. In het noorden en westen van het plangebied bevond zich de kade langs de Oude Haven. Hier worden archeologische sporen van diverse (haven)activiteiten verwacht daterend vanaf de 14de eeuw.Het inventariserend veldonderzoek heeft aangetoond dat de stratigrafie in het plangebied voornamelijk bestaat uit een antropogeen pakket van ophogings- en opvullingslagen. Op basis van het aangetroffen aardewerk kan gesteld worden dat de antropogene lagen recent van aard zijn, in ieder geval daterend na 1750. In het noordelijke deelgebied dekken de antropogene lagen een kleiige opvulling van de Oude Haven af op 2.5 m onder maaiveld, liggend op natuurlijk beddingzand van de Linge op 4.1 m onder maaiveld. In het onderzochte deel van het zuidelijke deelgebied lopen de antropogene lagen door tot minimaal 4.2 m onder maaiveld en kon de top van de natuurlijke ondergrond niet worden vastgesteld.Op basis van de resultaten wordt geadviseerd werkzaamheden dieper dan 2.5 m in het noordelijke deelgebied en dieper dan 4.2 m in het onderzochte zuidelijke deelgebied archeologisch te laten begeleiden onder protocol DO, met inachtneming van de beperkingen die lokale omstandigheden zoals grondwater met zich mee kunnen brengen. Voor het niet onderzochte deel van het zuidelijke deelgebied, onder het huidige bedrijfspand, wordt geadviseerd de sloop- en eventuele nieuwbouwwerkzaamheden vanaf het oppervlak archeologisch te laten begeleiden, omdat hier de aanwezigheid van intacte resten van de kade en aanliggende bebouwing niet kan worden uitgesloten.
