Een Definitief Archeologisch Onderzoek langs de Rijksweg N34 te Borger, gemeente Borger-Odoorn (Dr.).

DOI

De doelstellingen zoals geformuleerd in het Programma van Eisen (PvE) zijn slechts ten dele gehaald. In de proefsleuven van de AAO waren grondsporen aangetroffen, die werden toegeschreven aan mogelijke begravingen. Door het nu uitgevoerde definitieve onderzoek is gebleken dat dit niet het geval is. Daarmee is punt 1 van het PvE vervallen. Het geeft overigens wel aan dat de regelgeving ten aanzien van de uitvoering van een AAO de mogelijkheden voor de analyse van de gevonden grondsporen beperkt. Zo is ook gebleken dat de kwaliteit van het bodemarchief ten noorden van de N374 veel beter was, dan op basis van de AAO was verwacht en vergelijkbaar is met de waarnemingsmogelijkheden aan de zuidzijde.Over de aard, ouderdom en uitbreiding van de archeologische sporen, punt 2 van het PvE, is binnen het onderzoeksgebied redelijk inzicht verkregen. De gevonden sporen hebben betrekking op bewoning en exploitatie van het gebied in de vorm van huisplattegronden, oogstopslag, afvalkuilen, omheiningen en een leemput. Door combinatie van huistypen en vondstmateriaal is een globale bewoningsduur te bepalen. Die zou op basis van de huistypen Emmerhout en Elp kunnen beginnen omstreeks 1400 v. Chr. en doorlopen tot ca. 100 v. Chr. Op grond van het aardewerk is een kortere periode van ca. 900 tot ca. 250 v. Chr. aannemelijk, waarbij moet worden aangetekend dat er in nederzettingen uit deze periode slechts een beperkte hoeveelheid aardewerk in de bodem bewaard is gebleven. Hierdoor bestaat het gevaar dat het aardewerk een vertekend beeld oplevert.De ontwikkeling van de nederzetting in tijd en ruimte, punt 3 van het PvE, is niet volledig aan te geven. Daartoe is de onderzochte oppervlakte ontoereikend en ontbreken er stukken terrein die bij de aanleg van het wegennet vernield zijn. Aan de hand van het voorkomen en de spreiding van de verschillende huistypen kan, met inbegrip van het eerder onderzoek in 1994, 1995 en 1997, een indruk worden verkregen van de ontwikkeling van de bewoning. De zes huisplattegronden van het type Emmerhout liggen over een afstand van ca. 280 m verspreid, terwijl van de plattegronden het type Emmerhout er zeventien geclusterd in het westen liggen, met als uitzondering één plattegrond ten noorden van de N374. De twee plattegronden van het type Hijken en de vijf daaraan verwante typen liggen uitsluitend in het oosten van het onderzochte gebied. De spreiding en de afmetingen van de boerderijen suggereren dat er veranderingen in de bedrijfsvoering zijn opgetreden, ervan uitgaande dat deze aspecten een afspiegeling zijn van de economie.Een model voor de ontwikkeling van de nederzetting zou er als volgt uit kunnen zien: In de Midden-Bronstijd begint de bewoning met boerderijen van het type Emmerhout, waarna de bewoning zich concentreert in het westen en het accent in de bedrijfsvoering meer naar veeteelt verschuift met boerderijen van het type Elp. In de Late Bronstijd-IJzertijd is een verschuiving naar meer akkerbouw ten opzichte van veeteelt t zien. Dit laatste zou dan gepaard kunnen gaan met de aanleg van celtic fields. De huizen liggen dan temidden van de bijbehorende akkers. Door de analyse van de resultaten en de vergelijking met de eerdere opgravingen wordt duidelijk dat de bewoning zich vanuit het westen in oostelijke richting en met name naar de kern van het huidige dorp verplaatst. F. Modderkolk heeft in de bouwput van het bejaardenhuis pal ten oosten van de N34 scherven uit een afvalkuil geborgen die uit de Vroege IJzertijd dateren. Dat geeft aan hoe ver de nederzettingssporen uit die periode zich nog uitstrekken. Tijdens de bouw van het winkelcentrum van Borger zijn op de plaats waar nu de Albert Heijn staat sporen en vondsten uit de Romeinse Tijd gedaan (Van der Sanden et al. 1996). Nadat de nederzetting blijkbaar in oostelijke richting is verplaatst, heeft het gebied waarschijnlijk een periode braak gelegen en heeft zich hier een heidevegetatie ontwikkeld. In de Middeleeuwen is het onderzochte gebied door ontginning geschikt gemaakt voor akkerbouw en is een es ontstaan.

Date: 2002

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zky-7x3n
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zky-7x3n
Provenance
Creator Kooi, P.B.; Wit, M.J.M. de
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor b.u.l.k. archeologie, import; ARC b.v.
Publication Year 2010
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact b.u.l.k. archeologie, import (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 1687811; 8713; 9051; 820; 6855
Version 1.0
Discipline Humanities