In het onderzoeksgebied zijn verstoringen aangetroffen, die waarschijnlijk deels samenhangen met de recente boven- en ondergrondse sloop van de 20e-eeuwse bebouwing binnen het plangebied. Daarnaast zijn een cirkelvormige, betonnen waterput, (sub)recente paalsporen, en een concentratie van straatstenen aangetroffen. Deze resten wijzen waarschijnlijk op 20e-eeuwse activiteiten op een achtererf. Geconcludeerd kan worden dat in het plangebied geen behoudenswaardige archeologische vindplaats(en) is (zijn) aangetroffen.Verder is in het plangebied een bodemopbouw aangetroffen van een bouwvoor (laarpodzolgrond) of (sub)recent verstoorde zandpakketten op dekzand (C-horizont). Een intact podzolprofiel is niet waargenomen. Daarnaast lijkt het landschap van het zuiden naar het noorden geleidelijk af te lopen, en lijken er vochtiger bodemomstandigheden te bestaan in het noordelijke deel van het plangebied.Het onderzoeksgebied is volledig archeologisch onderzocht tot de maximale verstoringsdiepte van de civieltechnische graafwerkzaamheden op circa 9.60 m +NAP. Hierbij zijn geen belangwekkende en behoudenswaardige archeologische resten aangetroffen. Het selectieadvies is daarom om het plangebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling en dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk is.