Plangebied De Corridor te Breukelen

DOI

In opdracht van Bouwonderneming Goevaers & Znn heeft RAAP in de periode maart-mei 2021 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonde rzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied De Corridor te Breukelen in de gemeente Stichtse Vecht. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunningsaanvraag. Het plangebied ligt ten noorden van De Corridor 9 en heeft een grootte van circa 3.225 m2. De plannen bestaan uit de nieuwbouw van een ‘experience center’ van circa 1.195 m 2. Bureauonderzoek Voor de top van het veen en het dekzand gold respectievelijk een lage archeologische verwachting voor het neolithicum-bronstijd en een lage tot middelhoge verwachting voor het paleolithicumneolithicum. Deze laatste twee potentiele archeologische niveaus liggen echter (ver) beneden de diepte tot waarop er binnen de huidige planvorming zal worden gegraven. Voor het plangebied bestond een middelhoge archeologische verwachting voor archeologische resten uit de ijzertijd, Romeinse tijd en vroege middeleeuwen. Deze verwachting was voornamelijk gebaseerd op de ligging van het plangebied op de stroomgordel van de Oud Aa en de in de omgeving aangetroffen archeologische resten in/op deze afzettingen. Op basis van de resultaten van archeologisch onderzoek in de directe nabijheid van het plangebied konden in het plangebied (rest)geulafzettingen van de Oud Aa aanwezig zijn en leek het waarschijnlijk dat archeologisch interessante oeverwallen van deze stroomgordel tot in het plangebied doorliepen. Er bestond een lage tot middelhoge archeologische verwachting voor offsite vondsten uit de late middeleeuwen-nieuwe tijd. Er werd geen historisch gedocumenteerde bebouwing in het plangebied verwacht. Op basis van de IKME en geraadpleegde luchtfoto’s werden geen resten uit de Tweede Wereldoorlog of andere vormen van militair erfgoed in het plangebied verwacht. Verkennend archeologisch booronderzoek De bodemopbouw in de meeste boringen bestaat uit een recent ophoogpakket op een oude bouwvoor/akkerlaag op oever- op geulafzettingen. Voor de oeverafzettingen met een goeddeels intact bodemprofiel blijft de middelhoge archeologische verwachting voor archeologische resten uit de ijzertijd, Romeinse tijd en vroege middeleeuwen in principe bestaan. De top van de oeverafzettingen betreft een potentieel archeologisch niveau en is in vier van de vijf boringen vanaf 60-100 cm –mv aanwezig (vanaf 1,1-1,45 m –NAP). Op basis van de toegepaste boordichtheid (omgerekend circa 15 boringen per ha) en de afwezigheid van archeologische indicatoren en lak-/cultuurlagen, lijkt er echter een geringe kans op de aanwezigheid van vindplaatsen uit deze perioden in het plangebied. Daarnaast lijken de in het plangebied aanwezige oeverafzettingen relatief laaggelegen: circa 450 m ten zuiden van het plangebied liggen zulke lagen (inclusief een (afgetopte) vindplaats uit de vroege-midden ijzertijd) ongeveer 0,5-1 m hoger. De basis van alle boringen wordt gevormd door (crevasse?) geulafzettingen van de Oud Aa. Op basis van het booronderzoek zijn mogelijk twee fasen van deze stroomgordel lithologisch te onderscheiden.Advies Op basis van de resultaten van dit onderzoek bestaat een geringe kans dat archeologis che resten bij de voorgenomen bodemingrepen worden verstoord. Bij de voorgenomen graafwerkzaamheden (tot maximaal 1,2-1,35 m –mv) worden oeverafzettingen met een goeddeels intact bodemprofiel geroerd. Op basis van de toegepaste methodologie en de afwezigheid van bodemkundige (en ook archeologische) indicaties voor archeologische vindplaatsen, lijkt de kans op de aanwezigheid van vindplaatsen op de oeverafzettingen in het plangebied echter klein. Daarom wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Stichtse Vecht, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/DANS-X7A-R7H3
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/DANS-X7A-R7H3
Provenance
Creator RAAP
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor A.M. Brinkman; RAAP Archeologisch Adviesbureau BV
Publication Year 2021
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact A.M. Brinkman (RAAP Archeologisch Adviesbureau BV.)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/octet-stream; text/xml; text/comma-separated-values
Size 14886; 7913; 15736; 8224; 1835; 4359
Version 2.0
Discipline Humanities