De archeologische begeleiding omvatte het uitgraven van een ringsloot op twee locaties. De begeleiding van een derde locatie in het westen van het plangebied is komen te vervallen. Er zijn tijdens het onderzoek 28 grondsporen en 40 bodemlagen gedocumenteerd. De grondsporen bestaan uit drie funderingen, twee kuilen, twee wegen en 21 sloten of greppels. Tevens is op een aantal plekken de ingraving van het vergraven land gelokaliseerd, behorende bij de verdedigingswerken van Oterdum. Het vondstmateriaal bestaat uit 83 fragmenten van gebruikskeramiek, acht stuks bouwmateriaal, 63 fragmenten van kleipijpen, een glazen flesje, 51 objecten van metaal en vijf stuks dierlijk bot. Het dorp Oterdum bevond zich op een natuurlijke kleiafzetting waarin de sporen redelijk goed bewaard zijn gebleven. De conservering van het vondstmateriaal is met uitzondering van het metaal over het algemeen goed. Het huidige onderzoek heeft met name sporen en vondsten van de dorpsbewoning uit de nieuwe tijd opgeleverd. Het is onduidelijk gebleven waar de resten van verdedigingswerken uit de 80-jarige oorlog hebben gestaan en van de plannen van de latere verdedigingswerken is niet bekend of en in hoeverre deze zijn gerealiseerd.