Middelburg Grevelingenstraat-Stromenpad, Rittenburg III Middelburg Grevelingenstraat-Stromenpad, Rittenburg III. Gemeente Middelburg. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen

DOI

Het voornemen is om fase III van woonuitbreidingswijk Rittenburg te realiseren. Het plangebied Rittenburg III ligt ingeklemd tussen de Merwedestraat, de Grevelingenstraat en het Stromenpad en omvat (delen) van 4 percelen die kadastraal bekend staan onder Gemeente Middelburg, Sectie S, Perceel 2443, 2621, 2093 en 2841 (ged.). Het plangebied beslaat een oppervlakte van circa 3,77 hectare. De ontwikkeling is nog in een vroeg stadium, er zijn dan ook nog geen concrete plannen beschikbaar en ook de toekomstige verstoringen en verstoringsdiepten zijn nog niet gekend. Het plangebied is momenteel gelegen binnen de grenzen van het bestemmingsplan Stromenwijk (2015) en is er gesitueerd in een zone met enkelbestemming Maatschappelijk. Mogelijke archeologische waarden binnen het gebied worden planologisch beschermd door een dubbelbestemming waarde archeologie 3. Binnen het gebied met waarde archeologie 3 geldt een verbod op het uitvoeren van (graaf)werkzaamheden die groter zijn dan 500 m2 én dieper reiken dan 0,40 m -mv. In de noordoostelijke hoek van het plangebied is een bekende vindplaats gelegen die een sterkere planologische bescherming geniet. In dit gebied met dubbelbestemming waarde archeologie 1 geldt een verbod op het uitvoeren van (graaf)werkzaamheden die groter zijn dan 30 m2 én dieper reiken dan 0,40 m -mv. Omdat de voorgenomen ontwikkeling niet past binnen het bestaande bestemmingsplan zal ten behoeve van de te realiseren woonwijk Rittenburg III een nieuw bestemmingsplan moeten worden opgesteld.Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een archeologische verwachting opgesteld, dit is aan de hand van het inventariserend veldonderzoek in het veld getoetst. Het plangebied is gelegen in een gebied waar sinds 1970 gebouwd is en vanaf 2012/2013 in verschillende sloop- en nivelleringswerkzaamheden hebben plaatsgevonden. Hierbij is het plangebied verstoord tot een diepte tussen 0,51 en 2,19 m -NAP (0,10 en 1,80 m -mv) in het grootste deel van het plangebied (boringen nr. 1- 3, 6-9, 13, 15, 17, 18, 20-23, 25, 28-32, 34, 35, 38, 39, 41-47 en 49-55) en afgegraven tot een diepte tussen 0,51 en 1,07 m -NAP ter plaatse van boringen nr. 4, 11, 12, 19, 24, 26 en 27. Uitsluitend ter plaatse van boringen nr. 16, 33, 37 en 48 is een intact bodemprofiel (afgedekt door een bouwvoor) aangetroffen. De basis van het boorprofiel wordt binnen het volledige plangebied gevormd door kleiafzettingen van het Laagpakket van Wormer. Deze zijn aangetroffen op een diepte tussen 2,41 en 3,58 m -NAP (1,5 en 3,35 m – mv). Bovenop het Laagpakket van Wormer bevindt zich Hollandveen. De intacte (veraarde) top van het Hollandveen is aangetroffen op een diepte tussen 1,72 tot 1,93 m -NAP (0,7 tot 1,05 m -mv). Echter in het grootste deel van het plangebied is dit veen aangetast door erosie en/of moernering. Intacte veentoppen zijn enkel aangetroffen in boringen nr. 26, 28, 29 en 50. Bij deze laatste drie boringen is echter niet uitgesloten dat de vastgestelde veraarding het gevolg is van een recentere blootstelling aan zuurstof (en bijgevolg oxidatie) bij de moernering vanaf de middeleeuwen en recente graafwerkzaamheden. Bij drie boringen, nr. 8, 15 en 17, is geen veraarde top vastgesteld maar is het profiel mogelijk vrijwel intact bewaard. Dit is aangetroffen op een diepte tussen 1,84 en 2,02 m -NAP (2,1 en 2,6 m -mv).De bovenop het veen tot ontwikkeling gekomen afzettingen van het Laagpakket van Walcheren bestaan uit poelafzettingen. Deze zijn met name in het noorden en zuidwesten van het plangebied geheel vergraven bij het moerneren. De poelafzettingen werden hierdoor uitsluitend aangetroffen in boringen nr. 3, 8, 9, 11, 15, 16, 17, 25 en 26. Het gebied wordt centraal doorsneden door een kreekbedding. In deze kreekbedding is het profiel veelal geërodeerd tot in het veen. Echter bij boringen nr. 3, 4 en 11 rest tussen de onderzijde van de kreekafzettingen en het Hollandveen nog een dun pakket poelafzettingen (boringen nr. 3 en 11) of moerneringsklei (boring nr. 4). Op basis van het booronderzoek kan het archeologisch verwachtingsmodel uit het bureauonderzoek bijgesteld worden. Binnen het plangebied bestaat een middelhoge verwachting voor vindplaatsen uit de late ijzertijd en Romeinse tijd binnen die delen van het plangebied waar het Hollandveen Laagpakket intact en/of zo goed als intact bewaard is gebleven (bruin gearceerde zones op afbeelding 29). Archeologische resten kunnen hier aangetroffen worden vanaf een diepte van minimaal 1,7 m -NAP. Aanvullend geldt voor het volledige plangebied een middel- en hoge verwachting op het niveau van de Formatie van Boxtel. Dit niveau is met het huidig inventariserend veldonderzoek niet bereikt en bevindt zich naar verwachting vanaf een diepte van minimaal 5,2 m -NAP.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z3e-q2rb
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-z3e-q2rb
Provenance
Creator F.M.J. Delporte
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.C.B. Steenbak; Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Publication Year 2021
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact R.C.B. Steenbak (Provincie Noord-Brabant)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/octet-stream; application/dbf; application/prj; application/sbn; application/sbx; application/shp; application/shx; text/comma-separated-values; text/xml; text/csv
Size 13748198; 5; 14361; 428; 636; 140; 1640; 540; 41089; 10473; 2717; 3890; 41885; 77; 132; 116; 444; 108; 6337; 10011173
Version 1.0
Discipline Humanities