Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van een bureau-onderzoek en boringen te Bethlehem, Rottum, gemeente Eemsmond (Gr.)

DOI

De aanleiding voor het archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) aan de Jacob Tilbusscherweg 12 te Rottum (op de wierde Bethlehem), gemeente Eemsmond, is het voornemen van de familie Duivenvoorden om hier een veestalling met melkstal te bouwen. Omdat het bouwblok deels op een wierde ligt met een monumenten status – hoge archeologische waarde – en de omgeving van de terp is gewaardeerd met een hoge verwachtingswaarde, is voorafgaand aan de bouwplannen een IVO noodzakelijk. In overleg met drs. J. Molema van Libau is voor het hier uit te voeren onderdeel archeologie afgesproken dat:het gehele gebied waar werkzaamheden gaan plaatsvinden archeologisch onderzocht moet worden. Dit wil zeggen dat er drie boorraaien uitgezet dienen te worden waarbij om de tien meter een boring wordt gedaan.Conform het verdrag van Malta heeft de familie Duivenvoorden aan Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) opdracht gegeven dit IVO uit te voeren. Het onderzoek bestaat uit een bureau-onderzoek dat tussen 9 en 11 maart 2005 is uitgevoerd en een veldonderzoek dat is uitgevoerd op 11 maart 2005 door drs. ing. G.J. de Roller en A. Wieringa.De doelstellingen en vragen uit de inleiding kunnen als volgt worden beantwoord. De toplaag van de wierde is aangevuld met een mengsel van grond en puin. Het was niet mogelijk om hier doorheen te boren, zodat geen beeld is verkregen van de gaafheid van de eventuele wierde onder dit puindek. De wierde wordt aan de zuiden westkant begrensd door de voormalige gracht. Het grootste deel van het bouwblok valt buiten de gracht. Hoewel de kadastrale en topografische kaarten aangeven dat de wierde ook buiten de grachten doorloopt zijn hier tijdens het booronderzoek geen wierdelagen aangetroffen. Buiten de gracht heeft de bodem de natuurlijke opbouw. De wierde is dus kleiner dan de kaarten doen vermoeden.Voor zover met het booronderzoek is na te gaan zal de nieuwbouw grotendeels buiten de eigenlijke wierde vallen. Door de geringe bouwdiepte (40 cm) zullen, bij de eventuele bouw van de nieuwe stal, geen archeologisch interessante lagen worden verstoord. In de boringen en op de wierde zijn geen duidelijke archeologische indicatoren aangetroffen. Mogelijk bevindt zich bij boring 19 oud muurwerk op 1,80 m onder het peil van de nieuwbouw, maar het is uit de boringen niet duidelijk of dit muurwerk in situ ligt. Daarnaast is bij boring 15 een afvalkuil of oude sloot aangetroffen op ruim 2 m onder het peil van de nieuwbouw.Omdat er op twee locaties mogelijke archeologische sporen (bakstenen en een afvalkuil) zijn aangetroffen bevelen wij, indien hier (dieper dan 1,5 m onder peil nieuwbouw) grondwerk plaatsvindt, nader onderzoek aan. Het is aan het bevoegd gezag om dit nader in te vullen.

Date: 2005

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zws-wzjf
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zws-wzjf
Provenance
Creator Roller, G.J. de; Wieringa A.
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor b.u.l.k. archeologie, import; ARC b.v.
Publication Year 2010
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact b.u.l.k. archeologie, import (DANS)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 1004673; 6829; 7554; 824; 4929
Version 1.0
Discipline Humanities