Dwars door Enkhuizen

DOI

In 2014 is de riolering in de Davidstraat, Romeinstraat, Korte Davidstraat en Kruislaan vervangen. Het nieuwe riool is op de locatie van het oude riool gelegd. Doordat de enkele betonnen buis werd vervangen door een gescheiden stelsel met twee buizen moest echter een bredere sleuf worden uitgegraven. Hierbij werd dus ongeroerde grond verstoord.De onderzochte straten liggen in het gebied dat in de periode rond 1600 onderdeel is geworden van de stad Enkhuizen door een grote stadsuitbreiding. In de periode hiervoor was het gebied in gebruik als weidegrond. In de jaren ná 1590 is het terrein bouwrijp gemaakt door debestaande sloten te dempen en het maaiveld op te hogen. In het nieuwe stadsdeel zijn sloten/ vaarten en wegen aangelegd die zijn georiënteerd haaks op of parallel aan de Streekweg/ Westerstraat. Dit in tegenstelling tot de oude (middeleeuwse) sloten in het gebied: zij lagen precies noord-zuid of oost-west. Een uitzondering in het gebied van de stadsuitbreiding is de Romeinstraat: deze straat is ongeveer noord-zuid georiënteerd.Bodemopbouw en bouwrijp maken van het gebied In de Davidstraat, Romeinstraat en Kruislaan werden weinig tot geen sporen verwacht enheeft het archeologisch onderzoek zich geconcentreerd op de bodemopbouw. In alle straten lag op de natuurlijke klei een bruine organische kleilaag (soms met riet) van 10 tot 35 cm dik, waarschijnlijk een bouwvoor uit de Middeleeuwen. Een natuurlijke veenlaag is nergensaangetroffen. Het is de vraag of hier nooit veen heeft gegroeid of dat dit er wel is geweest, maar het vóór 1590 volledig is geoxideerd. Op diverse plaatsen in het oude centrum van Enkhuizen is veen aangetroffen in de ondergrond, namelijk aan weerszijden van de Vijzelstraat, ten zuiden van de Paktuinen, aan het Zuiderkerkplein, langs de Raamstraat en langs de Lange Tuinstraat.41 Op andere locaties is juist geen veenlaag aangetroffen. Dit is bijvoorbeeld het geval op de hoek Postweg-Molenweg.42 Waarom op sommige locaties wel een (dikke) veenlaagaanwezig is, terwijl dit op andere plekken niet het geval is, is nog niet duidelijk. Een logische verklaring zou de ouderdom van de eerste ophoging zijn: hoe eerder de veenlaag is afgedekt met een ophogingspakket, hoe beter deze is geconserveerd. Echter, langs de Paktuinen en Lange Tuinstraat is het veen pas afgedekt in 1590 en hier is juist een dik veenpakket aanwezig. Wellicht moet de verklaring worden gezocht in het feit dat op de locatie van de huidige binnenstad in het verleden geen aaneengesloten veenpakket aanwezig was of dat dedikte van dit veenpakket sterk wisselde. Een andere optie is dat delen van het veenpakket zijn weggestoken ten behoeve van turfwinning.In de Davidstraat is een sloot gedocumenteerd die aan het einde van de 16de eeuw is dichtgegooid. De sloot was noord-zuid georiënteerd en in ieder geval aan de oostzijde voorzien van een eenvoudige beschoeiing van planken en paaltjes. Op basis van een gedateerde vondst uit de dempingslagen van de sloot kan met zekerheid worden gezegd dat de sloot in of na 1594 is dichtgegooid. Op basis van primaire historische gegevens werd verondersteld dat het bouwrijp maken van dit deel van de stadsuitbreiding enkele jaren eerder plaatsvond, namelijk in 1590/1591. Dit blijkt in werkelijkheid dus enkele jaren later te zijn. Het gegeven schijnt een nieuw licht op het proces van de stadsuitbreiding van Enkhuizen en onderschrijft het belang van archeologisch onderzoek naar dit proces.Op de middeleeuwse kleilaag bevond zich overal een ophogingspakket uit de 16de eeuw. Op de meeste locaties is dit volledige pakket opgebracht ten tijde van de stadsuitbreiding die in 1590 van start ging. Het pakket was in de Davidstraat en Romeinstraat gemiddeld 95 cm dik. In de Kruislaan bedroeg de dikte van de laat 16de-eeuwse ophoging ongeveer 60 cm.De samenstelling van de ophogingslagen uit het einde van de 16de eeuw wisselde sterk. Op veel locaties was een laag van vette lichtgrijze klei aanwezig. In de Davidstraat en Romeinstraat is daarnaast op veel locaties een afvallaag van wisselende dikte gezien. Deze afvallagen bestonden meestal uit zandige klei met organisch materiaal (takjes, stukjes hout, beer) en huisafval (as, houtskool, keramiek, bot, leer, mosselschelpen, puinbrokken). Verder waren egale grijsbruine kleilagen en vlekkerige (dus gemengde) kleilagen aanwezig. In veel gevallen was de bovenzijde van het bodemprofiel verstoord. Waar deze intact was, is in veel gevallen een oude verhardingslaag van de straat gevonden, meestal in de vorm vanbaksteenbrokjes, brokken natuursteen of kolengruis. In de zuidelijke helft van de Romeinstraat zijn enkele lagen waargenomen waarvan niet zeker is of zij kort na 1590 zijn opgebracht, of eerder in de 16de eeuw. Het is goed mogelijk dat op deze locatie al eerder is opgehoogd. Op kaarten uit de 16de eeuw is namelijk ten noordenvan de Streekweg een industriegebied met molens afgebeeld buiten de stad. Aan het einde van de 16de eeuw is dit gebied opgenomen in de stadsuitbreiding. De precieze ligging van het industriegebied valt op basis van de historische kaarten niet goed te bepalen. Op basis van archeologische gegevens kan worden gesteld dat het gebied zich in ieder geval niet in de buurt van de Molenweg of Davidstraat bevindt. Dit maakt het aannemelijk dat de industrie meer naar het westen lag, namelijk tussen de Romeinstraat en het Kwakerspad. Wat dit vermoedenversterkt, is de afwijkende oriëntatie van de Romeinstraat en de percelen ten noorden van de Westerstraat in de buurt van de Romeinstraat en het Kwakerspad. In beide gevallen is de oriëntatie niet haaks op de Westerstraat, maar noord-zuid. Dit wijst erop dat ten tijde van destadsuitbreiding hier al een sterk verankerde verkaveling aanwezig was die niet gemakkelijk kon worden losgelaten, bijvoorbeeld doordat hier al gebouwen stonden of doordat de grond in bezit was van veel verschillende personen. Als gevolg hiervan is op deze locatie de oudepercelering gedeeltelijk gehandhaafd. Hetzelfde is bijvoorbeeld ook gebeurd bij de Jordaan in Amsterdam. Hier bestond buiten de middeleeuwse stad een omvangrijke buitenwijk, wat de nieuwe inrichting van het gebied als onderdeel van Derde Uitleg in de weg stond. Uiteindelijk heeft het stadsbestuur van Amsterdam besloten om de oude verkaveling te handhaven.BouwwerkenBij de kopse kant van de gracht langs het Spaans Leger/Heiligeweg zijn vrij zware grenen palen en enkele planken aangetroffen bij het maken van een afvoer voor regenwater. Twee palen zijn gedateerd: het hout is gekapt aan het begin van de 17de eeuw. De sporen horen mogelijk bij de overtoom die rond 1600 op deze locatie is gebouwd. Het kan echter niet worden uitgesloten dat het houtwerk hoort bij een gebouw of structuur dat hier heeft gestaan en waarvan het bestaan nog onbekend is.De Korte Davidstraat is pas in de 20ste eeuw ontstaan. Aan weerszijden van deze straat bevonden zich oorspronkelijk woonpercelen langs de Romeinstraat en Davidstraat. Op beide uiteinden van de straat werden daarom resten van huizen verwacht. Aan de kant van deDavidstraat bleken zij niet aanwezig te zijn; het lijkt erop dat het hier gelegen perceel nooit is bebouwd, hoewel dit volgens historische kaarten wel het geval is. Langs de Romeinstraat is wel een huis uit de 17de eeuw gevonden. Van het pand zijn meerdere vloeren, een haardfunderingmet stookvloer en asputten, en een bijzondere vierkante waterput gevonden. Alleen de locatie van één zijgevel en de voorgevel kan worden bepaald, zodat de afmetingen van het pand onbekend zijn. Opvallend is dat inpandig afval van een smederij aanwezig was, wat in ieder geval gedeeltelijk is gedumpt tijdens de bestaansperiode van het huis. Dit kan erop wijzen dat in het pand een smederij was gevestigd. Ook de vierkante waterput wijst op ambachtelijke activiteiten: een soortgelijke put is elders in Enkhuizen bij een werkplaats gevonden. Het is onzeker of de waterput achter het huis lag of binnen het huis. Als dit eerste het geval is, was het huis maximaal 7,4 meter lang. De waterput is in de laatste kwart van de 17de eeuw gedempt. Of gelijktijdig het huis is afgebroken, valt niet te zeggen.

Date: 23/04/2014 (veldwerk)

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zdc-977y
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-zdc-977y
Provenance
Creator D.M. Duijn
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M Kossen; Archeologie West-Friesland, Hoorn
Publication Year 2017
Rights CC0 1.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Contact M Kossen
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; text/xml
Size 22439456; 12730; 12086; 859; 6472
Version 1.0
Discipline Humanities