In opdracht van SAB heeft RAAP van 13 november 2017 tot 15 november 2017 een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in het kader van het project Beekvallei in de gemeente Apeldoorn.Het doel van het proefsleuvenonderzoek is het vaststellen van de archeologische waarde van het terrein. Hiertoe is het noodzakelijk inzicht te krijgen in de precieze aard en omvang van de hier aanwezige vindplaatsen. In het verlengde daarvan wordt in kaart gebracht wat de consequenties zijn van de onderzoeksresultaten voor de verdere planvorming in het plangebied. Zijn de archeologische vindplaatsen behoudenswaardig, en, zo ja, kunnen ze behouden blijven of dienen ze te worden opgegraven?Tijdens het onderzoek zijn verspreid over het plangebied acht proefsleuven aangelegd met een gezamenlijk oppervlak van 800 m2 . Dit komt neer op een dekkingsgraad van 8% van het totale plangebied.Verspreid over de proefsleuven zijn archeologische resten aangetroffen die verband houden met twee vindplaatsen uit respectievelijk de periode bronstijd-ijzertijd en late middeleeuwen.Op basis van de waardering van de aangetroffen resten, waarbij is gekeken naar zowel de fysieke als de inhoudelijke kwaliteit van de vindplaats, wordt geconcludeerd dat het gaat om behoudenswaardige vindplaatsen.Er wordt geadviseerd de archeologische resten in situ te behouden door geen graafwerkzaamheden uit te voeren dieper dan de recente bouwvoor. Indien dit niet mogelijk is, dienen de resten ex situ te worden veiliggesteld door een opgraving.