IDDS Archeologie heeft in juli en augustus 2023 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor een plangebied aan de Westgaag in Maassluis, gemeente Maassluis. De doel- en vraagstelling van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied is gelegen in een gebied met getijdeafzettingen van het Laagpakket van Walcheren. In 2012 zijn in het plangebied verkennende archeologische boringen uitgevoerd, waarbij de aangetroffen bodemopbouw is geïnterpreteerd als dekafzettingen (deels opgenomen in de bouwvoor) op geulafzettingen. De top van de geulafzettingen is intact, maar er zijn geen oude bodems of bewoningsniveaus vastgesteld. Zeer lokaal werd op de voormalige oever van de getijdegeul een dunne laklaag aangeboord, maar niet binnen het huidige plangebied. Het is aannemelijk dat het plangebied op verschillende momenten gedurende de periode Vroege Bronstijd – Vroege Middeleeuwen door diverse kreekjes doorsneden is geweest. In één van de boringen zijn archeologische indicatoren aangetroffen: een spoor houtskool en weinig baksteen onderin de bouwvoor en fosfaatvlekken bovenin de geulafzetting. Diverse karterende booronderzoeken naar aanleiding van vergelijkbare indicatoren in zones ten zuiden van het plangebied leverden geen aanwijzingen op voor archeologische vindplaatsen. Ten noorden en noordoosten van het plangebied (en ten noorden van de Westgaag) zijn op korte afstand echter wel meerdere vindplaatsen bekend, daterend uit de IJzertijd, Romeinse tijd en Volle-Late Middeleeuwen. Oudere resten worden in het gebied niet verwacht omdat het landschap zich toen nog niet leende voor bewoning. Het historisch kaartmateriaal geeft geen indicaties voor bewoning in het plangebied in de Nieuwe tijd.
In het plangebied kunnen archeologische resten voorkomen uit de periode IJzertijd – Late Middeleeuwen. De resten kunnen worden verwacht op (minimaal) twee niveaus: in de top van de geulafzettingen, afgedekt door een eventuele laklaag (ca. 1,3 m -mv / -2,3 m NAP) en direct onder de bouwvoor in de top van de dekafzettingen (ca. 0,3 m -mv / -1,4 m NAP). Er kunnen resten worden verwacht van bewoning, begraving en landbouw in de vorm van sporen zoals paalsporen, greppels en kuilen en vondstmateriaal zoals aardewerk. Verstoringen worden in het plangebied niet verwacht, hoewel erosie van oudere niveaus niet kan worden uitgesloten.
Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek adviseert IDDS Archeologie om vervolgonderzoek uit te laten voeren in de vorm van een karterend booronderzoek.
