De archeologische verwachting is afhankelijke van de landschappelijke ondergrond en de
aanwezigheid van cultuurhistorische elementen:
• Wiersch stroomgordel + crevasses. Op basis van het bureauonderzoek wordt in het noorden van
het plangebied de Wiersch stroomgordel verwacht. In de top van de oeverafzettingen kunnen
archeologische resten en/of sporen uit het Laat-Mesolithicum-Midden-Neolithicum aanwezig zijn
(hoge verwachting). Ook kunnen in de rest van het plangebied mogelijk crevasses vanuit de
Wiersch stroomgordel aanwezig zijn (middelhoge verwachting). Binnen een straal van 500 m van
het plangebied zijn nog geen vondsten op de Wiersch stroomgordel bekend, maar bij
bedrijventerrein Het Klooster is een Swifterbant-vindplaats is aangetroffen op de Wiersch
stroomgordel. Vondsten jonger dan Midden-Neolithicum worden niet op de Wiersch
stroomgordel en eventuele crevasses eruit verwacht, omdat rond 3100 voor Chr. de stroomgordel
met veen overdekt is geraakt. De top van de oeverafzettingen is in de omgeving van het
plangebied vanaf 150-210 cm -Mv (-1,0 tot -1,5 m NAP) aangetroffen.
• Crevasse ‘t Gein. In het noorden van het plangebied wordt de crevasse van het Krimpensysteem
verwacht. Gezien de ouderdom van het Krimpensysteem kunnen op de crevasse vondsten vanaf
de IJzertijd aanwezig zijn. In het onderzoeksgebied zijn nog geen vondsten op het riviertje ’t Gein
bekend, maar in de omgeving van het plangebied zijn wel vondsten bekend die mogelijk aan
crevasses uit de omgeving te koppelen zijn. De vondsten stammen uit de IJzertijd-Romeinse Tijd.
De verwachting ter plaatse van het riviertje ’t Gein is hoog voor de periode IJzertijd-LateMiddeleeuwen. Archeologische resten en/of sporen worden in de top van de crevasse verwacht
en kunnen mogelijk al direct onder de bouwvoor aanwezig zijn.
• Dekzand. Ten zuiden van de Wiersch stroomgordel wordt in de ondergrond dekzand verwacht. In
de omgeving zijn hierop vooralsnog geen vondsten bekend. Daarom geldt voor de top van het
dekzand daarom een onbekende archeologische verwachting op archeologische resten en/of
sporen uit het Laat-Paleolithicum-Laat-Mesolithicum. Op basis van een geologische boring uit de
omgeving wordt de top van het dekzand vanaf -6,0 m NAP verwacht.
• Nieuwe Tijd. In de Nieuwe Tijd was het plangebied in gebruik als bos en bouwland, waardoor de
archeologische verwachting op nederzettingen uit de Nieuwe Tijd laag is. Wel is in het noorden
van het plangebied de Randdijk aanwezig, een cultuurhistorisch element uit de Middeleeuwen.