ADC ArcheoProjecten heeft in juli en augustus 2012 ten behoeve van herontwikkeling van het Arsenaal een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Groenendaal 26. Op basis van het bureauonderzoek werd onder een 17e eeuwse ophogingslaag de aanwezigheid van een naar het noorden opschuivende rivieroever met kadewerken uit de Romeinse tijd verwacht.Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Hieruit is geleken dat in het hele plangebied vanaf ca. 30 cm-maaiveld vermoedelijk 17e eeuwse ophogingslagen zijn aanwezig in de ondergrond. In deze laag kunnen zich archeologische resten bevinden. Onder deze ophogingslagen bevinden zich Romeinse oever- (op bedding)afzettingen. Deze oeverafzetingen bestaan uit een humeus kleipakket met veel archeologische indicatoren, zoals puin, houtskool, verbrand bot en natuuursteen, en bevinden zich tussen gemiddeld 70 en 165 cm-maaiveld. In deze afzettingen bevinden zich vermoedelijk ook oeverwerken en mogelijke andere scheepresten, naast de restanten van de Woerden 1. Ook in de onderliggende beddingafzettingen kunnen scheepsresten en andere bijzondere archeologische vondsten aanwezig zijn. Daarnaast kunnen in deze laag middeleeuwse en nieuwe tijdse resten zijn ingegraven.Hoewel geen oeverwerken of scheepsresten zijn aangetroffen, is het zeer waarschijnlijk dat binnen het onderzochte gebied zowel romeinse, middeleeuwse en nieuwe tijdse archeologische resten voorkomen. Om de op het bureauonderzoek gebaseerde gespecificeerde verwachting voldoende te kunnen aanvullen en toetsen, adviseert ADC ArcheoProjecten om in het plangebied tijdens bij kleinschalige sloop- en graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm-maaiveld minimaal in een archeologische begeleiding te voorzien.