Geïnterviewde 16, 'Jan' (1948), wordt op zijn elfde naar internaat Eikenburg in Eindhoven gestuurd waar hij de vijfde en de zes van de lagere school zal doen voordat hij er naar de mulo kan. Geïnterviewde heeft veel last van heimwee en vindt troost bij een broeder die hem gedurende langere tijd seksueel zal misbruiken. Geïnterviewde beschrijft het pedagogisch klimaat op Eikenburg als hard en soms gewelddadig. Vanwege het misbruik en een allesoverheersende angst kelderen zijn schoolprestaties. Jan wordt niet tot de mulo toegelaten en moet van het internaat. Ook buiten het internaat valt hij ten prooi aan seksueel misbruik. Zijn eerste huwelijk strandt en hij kampt lange tijd met een ptss tot hij eindelijk de juiste behandelaar treft. Hij vindt een nieuwe partner, maar het contact met familieleden blijft moeizaam.
In de nasleep van het misbruikschandaal in de katholieke kerk (rond 2010) interviewde schrijver en journalist Truska Bast in de periode 2015-2016 ruim twintig mannen en vrouwen die tussen pakweg 1945 en 1970 op een katholieke kostschool hebben gezeten. Uit wat voor gezinnen kwamen deze kinderen destijds? Wat was de reden dat hun ouders hen naar kostschool stuurden? Hoe zag het dagelijks leven op zo’n school eruit? Wat was bijvoorbeeld de rol van vriendschap? In hoeverre stond het leven in het teken van religie? En hoe kijken de oud-leerlingen terug op deze periode? Aan het woord komen enkele slachtoffers van seksueel misbruik. Zij zijn zwaar beschadigd en worstelen nog altijd met de gevolgen. Anderen, met name vrouwen, hebben ernstig geleden onder de emotionele onveiligheid. Maar er zijn ook oud-leerlingen bij, zowel mannen als vrouwen, die hun ouders dankbaar zijn dat ze naar kostschool mochten omdat zij daardoor een opleiding hebben gekregen die in die tijd elders niet mogelijk was en waarvan ze nog altijd de vruchten plukken. De interviews mondden uit in het boek Uw wil geschiede, Kinderen op katholieke kostscholen, dat in september 2017 verscheen bij uitgeverij Querido.