Laagland Archeologie heeft in oktober 2023 een Archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd aan de Molenstraat 25 te Goor. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de sloop van de huidige bebouwing en de nieuwbouw van vier woningen.
Het onderzoek is uitgevoerd conform protocol SIKB KNA 4002.
Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.
Het plangebied ligt in het Overijssels-Gelders zandgebied. Op de archeolandschappelijke kaart ligt het plangebied in een zone met gordeldekzandwelvingen. Bodemkundig is het plangebied niet gedateerd (bebouwde kom). Op basis van historische kaarten, eerder archeologisch onderzoek en beschikbare milieukundige boringen kan worden aangenomen dat de natuurlijke bodem in het plangebied bestaat uit een beekeerdgrond. Daarop was oorspronkelijk waarschijnlijk een plaggendek aanwezig.
Op het AHN is te zien dat het plangebied op de rand van een verhoging in het landschap ligt die overeenkomt van de historische kern van Goor. Op onderstaande detailopname van het AHN is te zien dat de bebouwing in het rondom het plangebied iets op een verhoging ligt.
In de omgeving van het plangebied zijn archeologische resten uit de Middeleeuwen – Nieuwe Tijd bekend.
Op de Hottinger kaart uit 1787 is te zien dat het plangebied zich aan de noordzijde van de historische kern van Goor bevindt. In historische tijden (vanaf circa 1832) werd het terrein omschreven als bouwland. Het plangebied bleef onbebouwd tot 1912. Dan verschijnt bebouwing in het plangebied. De huidige bebouwing is in 1965 (noordelijke helft) en 1968 gebouwd.
Op basis van de milieukundige boringen kan worden aangenomen dat geen plaggendek meer aanwezig is; het bodemprofiel is waarschijnlijk tot circa 1 m -mv verstoord. Dit verstoorde bodemprofiel, samen met de vermoedelijk aanwezige beekeerdgrond maakt dat aan het plangebied een lage verwachting voor alle perioden kan worden toegekend.
Op basis van de resultaten van het veldonderzoek wordt geadviseerd geen archeologisch vervolgonderzoek in het plangebied uit te voeren en het plangebied vrij te geven voor het aspect archeologie.
Dit advies is in handen van de bevoegde overheid, de gemeente Hof van Twente. De gemeente wordt hierin vertegenwoordigd door haar deskundige, mevr. dr. E. Kaptijn.
Mochten tijdens de werkzaamheden onverhoopt toch archeologische resten worden aangetroffen, of resten waarvan redelijkerwijze kan worden vermoed dat het om archeologische resten gaat, dan geldt op grond van de Erfgoedwet (art. 5.10) een meldingsplicht. Dit kan bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE, www.cultureelerfgoed).