In opdracht van Olco Advies en Management BV heeft ADC ArcheoProjecten een Inventariserend Veldonderzoek (IVO) in de vorm van proefsleuven uitgevoerd voor het plangebied Het Rond - Vierde Kwadrant te Zeist. Dit archeologisch onderzoek vond plaats in het kader van de uitbreiding van het gemeentehuis, de aanleg van een parkeergarage, en de bouw van enkele woonblokken.Op basis van het vooronderzoek (bureauonderzoek) werden op deze locatie archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd verwacht, aangezien het plangebied deel uitmaakt van de oude dorpskern van Zeist. Tevens bestond de mogelijkheid dat zich hier resten uit oudere perioden zouden bevinden.De verwachtingen die op grond van het vooronderzoek zijn gesteld, kunnen op basis van het huidige onderzoek worden bevestigd. Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn inderdaad archeologische resten uit zowel de Middeleeuwen als de Nieuwe tijd aangetroffen. Het aardewerk dateert grotendeels uit de 17e t/m 18e eeuw, maar ook zijn scherven uit de Late Middeleeuwen en de 16e eeuw gevonden. In het noorden van het plangebied is een spoor aangetroffen dat op menselijke activiteit in de prehistorie lijkt te duiden. Het spoor doet sterk denken aan een haardkuil en bevindt zich op de dekzandrug die in dit deel van het plangebied is waargenomen.De bodemopbouw in het plangebied is zeer complex. Alleen in het noordelijke deel van het terrein is het bodemprofiel in de top van het dekzand intact. Ter plaatse van de dekzandrug is een podzol gevormd, terwijl in het lagere deel een veenpakket is gevormd. Daarnaast is in het zuidelijk deel van het plangebied een esdek aangetroffen. Een fasering is niet zichtbaar binnen het esdek. In het noordelijke deel van het plangebied is een pakket grijs zand aangetroffen dat eveneens een esdek zou kunnen zijn. Het zou echter ook om een stuifzandpakket kunnen gaan. Dit pakket grijs zand is afgedekt door een wit overstuivingspakket met daarin dunne humeuze laagjes.ADC ArcheoProjecten heeft op basis van het proefsleuvenonderzoek twee vindplaatsen met behoudenswaardige archeologische resten onderscheiden, één in het zuidelijk deel van het plangebied (vindplaats 1) en één in het noordelijk deel (vindplaats 2). Daarnaast wordt op grond van landschappelijk onderzoek geadviseerd om de zones in het noordelijk deel van het plangebied die op de bovengenoemde dekzandrug zijn gelegen, eveneens als behoudenswaardig te kenmerken. Dit betekent dat hier moet worden uitgegaan van behoud in situ, of indien dit niet mogelijk is, van behoud ex situ in de vorm van een opgraving.
Date Submitted: 2011-04-18