De archeologische verwachting, die aan dit plangebied is toegekend, leunt vooral op de landschappelijke situatie. Hier wordt een hoger (en droger) deel van een dalvormige laagte/beekdal verwacht, die ook geschikt blijkt voor landbouwsamenlevingen.Echter, uit het onderzoek bevestigt de conclusies van het proefsleufonderzoek uitgevoerd in 2014. Het plangebied ligt in een tamelijk nat gebied, blijkens de aangetroffen veldpodzol en benodigde ontwatering (Korvelse waterloop). Het archeologisch spoorniveau daterend vóór de Late Middeleeuwen bevindt zich hier op 11,65-11,90 m +NAP. Op 200 m zuidelijk van het plangebied ligt het spoorniveau van een vindplaats uit de prehistorie een stuk hoger (12,60 m +NAP). Kortom, vermoedelijk is het plangebied hierdoor minder aantrekkelijk geweest voor landbouwsamenlevingen dan de even zuidelijker gelegen gebiedsdelen. Toch lijkt het gebied vanaf de Late Middeleeuwen/Nieuwe Tijd in gebruik als bouwland gezien het plaggendek. De top hiervan is geroerd/aangebracht in begin 20e eeuw en ten slotte nogmaals opgehoogd in de 2e helft van de 20e eeuw.Door deze landschappelijk setting is de verwachting op archeologische resten van het Neolithicum t/m Volle Middeleeuwen laag. Dit geldt ook voor in situ gelegen resten uit het Paleolithicum t/m Mesolithicum, doordat de oorspronkelijke podzol grotendeels is verploegd. Gezien het aangelegde oppervlak op archeologisch niveau is een aanpassing naar ‘geen verwachting’ te rigoureus. Dit geldt alleen voor de saneringslocaties en daar waar ringpoeren zijn gesloopt. Bovendien is er een hoge verwachting op resten daterend vanaf de Late Middeleeuwen. Dit betreft de blauwsloot, waarvan het traject binnen het plangebied redelijk goed is in te schatten.Gezien de resultaten en de geplande bodemingrepen is geadviseerd geen archeologisch onderzoek meer binnen het plangebied uit te laten voeren.21 De geplande bodemingrepen gaan namelijk niet diep genoeg om potentiele archeologische resten onder het eerddek te kunnen verstoren. De bouwkuip zal ongeveer tot 12,50 m +NAP worden ontgraven (60 cm boven de C-horizont). Dit geldt ook als de geplande hemelwaterinfiltratievoorziening toch deels het traject van de blauwsloot overlapt (in ieder geval in de zuidwestelijk hoek bij profiel 7). In dit geval zal hoogstens de top van de 20e-eeuwse vulling hiervan worden geroerd. Gezien de lage archeologische verwachting en lage verstoringskans, wordt ingeschat dat de inspanning voor verdere archeologische begeleiding niet opweegt tegen de verwachte informatiewinst. Hierdoor is geadviseerd de archeologische begeleiding te staken. Deze conclusie wordt gedeeld door de Bevoegde Overheid.Gezien deze lage archeologische verwachting en niet behoudenswaardig geachte waterloop wordt geadviseerd het plangebied vrij te geven voor verdere planontwikkelingen. De gemeente Tilburg heeft op basis van de conceptversie van het rapport aangegeven het advies over te nemen.24 Hierdoor is het onderhavige rapport als definitief aangemerkt (versie 2) op 25-07-2022.