Op basis van de hoge archeologische verwachting voor resten daterend vanaf het Laat-Paleolithicum, de ligging van het plangebied binnen de historische kern van Hummelo en tevens de mogelijkheid dat binnen het zuidoostelijk gelegen terreindeel grafresten kunnen worden verwacht, adviseert Econsultancy om een vervolgonderzoek te laten uitvoeren in de vorm van een archeologische begeleiding (protocol opgraving) van de graafwerkzaamheden ten behoeve van de nieuwbouw. De terreindelen die het plangebied vormen hebben een dermate beperkt oppervlak dat een proefsleuvenonderzoek (IVO-P) niet zinvol wordt geacht. De uitvoering van een booronderzoek in de verkennende fase wordt niet als zinvol geacht, zeker niet ter plaatse van het zuidoostelijk gelegen terreindeel waar door de (verwachte) aanleg van graven het oorspronkelijke bodemprofiel verstoord zal zijn. De uitvoering van een booronderzoek in de karterende fase kan juist weer dermate destructief zijn dat grafresten verloren kunnen gaan of uit hun context worden verwijderd. Voor de archeologische begeleiding is een Programma van Eisen (PvE) vereist, dat voor aanvang van de werkzaamheden moet worden goedgekeurd door het bevoegd gezag.Dit selectieadvies is voorgelegd aan het bevoegd gezag in kwestie, Burgemeester en Wethouders van de gemeente Bronckhorst en door middel van een selectiebesluit als zodanig bekrachtigd (beoordelingsbrief van de heer J.W. Hagens van de gemeente Bronckhorst, kenmerk: Z19408/UIT10-49729, d.d. 22 december 2010). Het selectieadvies wordt onderschreven en er wordt ingestemd met de vorm waarin het vervolgonderzoek moet plaatsvinden, te weten een Archeologische Begeleiding (cf. protocol Opgraven) van de civieltechnische graafwerkzaamheden.