In opdracht van GroenWest heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau tussen 1 en 6 augustus 2013 een archeologische begeleiding conform protocol opgraven uitgevoerd aan de Hogewoerd te Woerden. Het onderzoek vond plaats in verband met de aanleg van huisaansluitingen van het nieuw gebouwde Corporatiehotel aan de Hogewoerd 3 op het gemeentelijke riool. De begeleiding was noodzakelijk omdat het plangebied binnen een wettelijk beschermd archeologisch monument ligt (AMK-monumentnummer 16916, terrein van zeer hoge archeologische waarde). Het doel van het onderzoek was het veiligstellen van de wetenschappelijke informatie van de in het archeologisch monument aanwezige archeologische resten. Het onderzoek sluit aan bij het onderzoek dat in 2012 is uitgevoerd in de bouwput van het Corporatiehotel. Binnen het AMK-terrein bevinden zich de resten van het Romeinse castellum Laurum of Laurium. De verwachting voorafgaand aan het veldwerk bestond uit het mogelijk aantreffen van archeologische lagen met sporen en vondsten uit de Romeinse tijd, de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd en begravingen uit de Vroege Middeleeuwen. Bij de begeleiding zijn onder een verstoorde bovenlaag van 0,3 tot 0,65 cm dikte intacte archeologische lagen aangetroffen. Er is gegraven tot circa 0,9-1,0 m +NAP en plaatselijk tot 0,8 m +NAP. Grondsporen en in situ funderingen uit de Romeinse tijd zijn echter niet aangetroffen. De onderste laag dateert in oorsprong uit de Romeinse tijd en heeft veel vondsten uit die periode opgeleverd. Het gaat vooral om bouwmateriaal. De dakpannen, het natuursteen en het mortel zijn ongetwij feld afkomstig van gebouwen uit het castellum. Andere resten bestaan uit aardewerk, dierlijk bot en een zegellood. In dezelfde laag zijn ook menselijke resten van twee of drie individuen aange troffen. Ze zijn middels AMS 14C-dateringen in de tweede helft van de 7e eeuw of in de 8e eeuw geplaatst. Het gaat hier waarschijnlijk om bot uit verstoorde graven die oorspronkelijk in een Romeinse laag zijn ingegraven. De skeletresten bevonden zich niet in anatomisch verband, er is dus geen sprake van in situ inhumatiegraven. De bovenste archeologische laag bevond uitsluitend materiaal uit de Nieuwe tijd, maar stamt mogelijk in oorsprong uit de Late Middeleeuwen. Deze laag was slechts plaatselijk aanwezig in het oostelijke deel van het onderzoeksgebied, waar de verstoorde bovenlaag relatief dun was (circa 0,3 m). De vondsten uit deze laag bestaan uit keramiek dat gedateerd wordt in de periode tussen de 16e en 19e eeuw. In de top van deze laag was tevens de bakstenen fundering van de voorgevel van een mogelijk 16e-eeuws pand aanwezig. Het onderzoek heeft uitgewezen dat op relatief beperkte diepte (0,3-0,5 m -Mv) intacte archeologische bodemlagen en structuren met behoudenswaardige resten aanwezig kunnen zijn. Derhalve wordt aanbevolen om voorafgaand of tijdens geplande bodemingrepen onder de bestrating van de Hogewoerd dieper dan 0,3 m -Mv archeologisch onderzoek te laten uitvoeren, met uitzondering van de locaties waarvan verwacht kan worden dat deze tot op grotere diepte verstoord zijn, zoals ter plaatse van het stelsel van gemeentelijke rioleringen.