Archeologische waarnememing Damlaan Zutphen

DOI

Bij het uitgraven van een “wadi” naast de nieuwe paardenbak van manege De Dam werd een archeologisch onderzoek verricht. De resultaten bestaan uit zowel ingemeten grondsporen als uit al dan niet losse vondsten (vuursteen, aardewerk, glas en metaal).

Qua sporen is er een duidelijke driedeling waargenomen. In de zuidelijke zone werden enkele kuilen gevonden die op een na erg op elkaar lijken qua vulling. Één van deze sporen heeft redelijk goed dateerbaar materiaal opgeleverd, namelijk een vergulde zilveren manchetknoop met ingegraveerd familiewapen. Op stilistische gronden kan deze manchetknoop waarschijnlijk in de 18e eeuw gedateerd worden. De andere kuil heeft een lichte vulling en lijkt een stuk ouder te zijn, maar er is helaas geen aanknopingspunt voor een datering gevonden. De sporen vertonen geen onderlinge samenhang in ruimtelijke zin en maken zeker geen deel uit van een gebouw. Waarschijnlijk zijn het afvalkuilen met organisch materiaal dat in de loop der eeuwen is vergaan.

In het midden van de put is een grondspoor van een greppel / sloot aanwezig. Deze greppel mat ruim 2,5 meter en loopt parallel aan de huidige Damlaan, maar wel ruim tien meter ten zuiden daarvan. Vrijwel zeker is dit een laatmiddeleeuwse greppel. Dit is gebaseerd op het vondstmateriaal uit de dempingsfase. Dit omvat 15e-eeuws steengoed en 15e-eeuws grijsbakkend aardewerk. Het gaat daar in het geval van een (eivormige) grijsbakkende kom om een exemplaar dat nu weliswaar gebroken is, maar dat (in scherven) in zijn geheel in de greppel is geworpen bij de demping. Andere, latere scherfjes helemaal boven in de vulling zijn daar waarschijnlijk via nazakking in terecht gekomen.

In het noordelijk deel van de put, tussen de eerder genoemde greppel en de huidige weg, vinden we een vrij brede zone van karrensporen. Deze sporen lopen dus direct langs (en parallel aan) de greppel. De zone is als een langgerekte depressie te volgens op het Actueel Hoogtebestand Nederland en we kunnen dus uitsluiten dat het om ploegsporen gaat. In één van de sporen werd 15e-eeuws steengoed aangetroffen, in een ander 17e-eeuws materiaal. In deze zone werd in de bouwvoor ook oud baksteenpuin aangetroffen (14e-17e eeuw), dat duidelijk als een primitieve wegverharding is gebruikt.

De karrensporen laten zien dat de Damlaan in de loop der tijd verlegd is. Tegenwoordig is de Y-sprong Oostveensepad / Damlaan vrij hoekig, maar oorspronkelijk zal het tracé vloeiender zijn geweest, toen het nog om een zandpad ging. Mogelijk moet het rechtrekken van de Damlaan (naar het adellijke Huis Den Dam) gezien worden in relatie tot bv. de aanleg van de Voorsterallee, Kapperallee en het rechttrekken van de Deventerweg. Vanaf het einde van de 17e eeuw werd iedere weg met allure op en naar de landgoederen van de adel kaarsrecht gemaakt en was het afgelopen met de organische gegroeide “hazenpaden”.

Dan de vondsten. Een deel daarvan is in situ gevonden: in grondsporen of in de mollenlaag onder de bouwvoor.

Het oudste materiaal dateert uit de prehistorie. Er is relatief veel bewerkt vuursteen gevonden. Helaas zitten daar niet echt goed dateerbare artefacten tussen. De afslagen zij dik en weinig professioneel gemaakt. Vaak duidt dit op een datering in het begin van de bronstijd. Er was toen een duidelijke scheiding tussen juist zeer professioneel gemaakt, goed dateerbare artefacten (bv. dolken, pijlpunten en plaggensnijders) en juist opportunistisch gemaakte artefacten. Het lijkt erop dat in de steentijd iederéén vakkundig vuursteen kon bewerken en dat in de bronstijd vuursteenbewerking grotendeels werd uitbesteed aan een groep vakmensen en dat de gemiddelde boer maar wat aanklungelde.

Daarnaast is er ook handgevormd aardewerk aangetroffen. Hierbij zijn geen écht diagnostische stukken aanwezig. Globaal dateert het aardewerk van de late bronstijd tot midden-ijzertijd.

Het grootse deel van het vondstmateriaal is echter ex situ verzameld. Een deel is afkomstig van het terrein van de paardenbak, een ander deel van het uitgraven van de wadi. Opvallend was dat het aandeel (vroeg)middeleeuws aardewerk vrij groot was (ca. éénderde van al het vondstmateriaal). Het oudste materiaal gaat terug tot de 9e eeuw.

Vanwege het vele (vooral laat-) middeleeuwse aardewerk ontstond ook de gedachte dat in de nabijheid van de locatie wel eens een voormalig middeleeuws erf zou kunnen hebben gelegen.

Historisch onderzoek leerde dat dit het erf Vokkink / Focking geweest moet zijn. Dit erf lag ongeveer op de locatie van het gebouw van manege De Dam. De eerste vermelding die we van dit erf kennen is uit 1401, wanneer Gert Vockinx als horige op het erf genoemd wordt. Hij was horige van de Abdij van Werden (bij Essen) en wordt omschreven als voetruter. Hiermee werden mensen bedoeld die “onvermogend waren om een paard te houden en zich een harnas aan te schaffen”.

Waarschijnlijk ontleende Gert zijn tweede naam aan het erf, en is het erf niet genoemd naar deze Gert. Deze gang van zaken was toentertijd gebruikelijk, en het erf kan dus ook veel ouder zijn dan 1401 (een gelijknamig erf bij Borculo kent een eerste vermelding uit 1188). Een aanwijzing daarvoor is ook de naam van het erf, die zich globaal laat vertalen als: “van de familie van Fokko”. Ook het aardewerk wijst op een ontstaansgeschiedenis die verder terug gaat in de tijd. Het erf blijft bestaan tot ergens in de 18e eeuw. Een mogelijke sluitdatum ligt in 1744, wanneer het hele gebied rond Huize de Voorst opnieuw ingedeeld wordt.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/AR/57FBAV
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/AR/57FBAV
Provenance
Creator B. Fermin
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor Dalfsen, van, JW
Publication Year 2024
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact Dalfsen, van, JW (Gemeente Zutphen)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/plain; application/pdf; image/jpeg; application/octet-stream; application/dbf; application/prj; text/html; application/shp; application/shx; text/tab-separated-values; text/csv
Size 7754; 5789; 3858; 102268; 112856; 103426; 109752; 10051911; 8673076; 8637228; 9319869; 9072595; 8244660; 8794249; 8536089; 8666234; 7196906; 7518247; 8535857; 6683656; 7872210; 14698997; 14504525; 12704830; 13063858; 13123376; 14780656; 12168325; 15044645; 14946630; 14871470; 14814777; 12397601; 14197215; 14233269; 14127884; 14028236; 13553646; 13611382; 13251994; 13708261; 15395524; 14953488; 14987192; 10274313; 3268403; 13535006; 15438407; 14117807; 14247981; 14299963; 14602417; 14626914; 14410033; 13308486; 14063030; 13887862; 14194612; 7974353; 8063308; 8655906; 8801121; 9894361; 8522861; 5225309; 6802014; 7032827; 7199585; 6510407; 12700368; 7768757; 8696910; 7364971; 9275372; 8302973; 7746312; 6026569; 7619097; 7654543; 11096661; 7846622; 8310398; 8407365; 8260136; 8465670; 5; 21850; 427; 657; 2812; 236; 18319160; 2609954; 28580282; 347; 1042; 1932; 124; 181; 0; 580; 132; 576; 240; 140; 625; 14364; 364; 15872; 856; 268; 1273; 324; 164; 601; 22332; 139; 340; 116; 2074; 660; 260; 417; 5620; 1520; 380; 180; 754; 7752; 188; 244; 128; 108; 184; 77; 812; 1598; 16350; 2092; 46; 3152653; 27103314; 19244
Version 1.0
Discipline Humanities