De bovenste 1,2 tot 1,5 m op beide locaties bestaat in de meeste boringen uit (sub)recentophogingsmateriaal. Het lijkt erop dat de locaties liggen binnen de voormalige geul van de OudeRijn en er vooral sprake is van restgeulopvullingen. Tijdens de actieve fase van de Oude Rijn wasdeze plek ongeschikt om te wonen. Aangezien de Oude Rijn in 1122 is afgedamd zal de geuldaarna vooral als lokale afwatering hebben gefungeerd en deels zijn dichtgeslibd. Hierdoorkonden de randen van de geul, na eventuele aanvulling met puin bouwrijp worden gemaakt.Afhankelijk van het tijdstip waarop dit gebeurd is, zou het gebied vanaf de Late-Middeleeuwen algeschikt kunnen zijn geweest voor bewoning. Aangezien er geen informatie bekend is over defundering van de panden (vermoedelijk op palen), blijft onduidelijk hoe diep de bodem isverstoord door de moderne bebouwing. Bij het milieuonderzoek is bij Rijndijk 266 inpandigvastgesteld dat de bodem tot 2,5 m diep is verstoord (puin en baksteen). Onduidelijk blijft inhoeverre de bodem is verstoord door de panden uit de 2e helft van de 20e eeuw en in hoeverre ermogelijk sprake is van ouder bebouwingsresten.Op de locatie aan de Rijndijk 266 is in boring 3 tussen 0,55-1,15 m –mv een historischophogingspakket aangetroffen (Aa-horizont), dat niet lijkt te zijn verstoord en duidt op een oudniveau. Dit ophogingspakket rust direct op een ca. 1,0 m dik pakket oeverafzettingen dan welrestgeulafzettingen die op komafzettingen dan wel restgeulafzettingen rust. De andere boringenaan de Rijndijk 266 geven door de aanwezigheid van puin te weinig informatie over debodemopbouw. Aan de zuidzijde van de locatie (boring 8) zijn onder een recentophoogzandpakket met een dikte van slechts 0,5 m alleen kom/restgeulafzettingen aanwezig.Afhankelijk van de reeds aanwezige verstoringen veroorzaakt door de bouw van de panden aan deRijndijk 266 zijn op de locatie aan de Rijndijk 266 nog archeologische resten te verwachten in deonverstoorde ophogingslagen en de top van de oeverafzettingen (tussen 1,55-2,10 m –mv). Dezeafzettingen liggen vrij ondiep, waardoor eventuele resten eerder uit de periode Vroege-Middeleeuwen tot en met Nieuw tijd stammen dan uit ouder periodes, wat aansluit bij de(middel)hoge verwachting uit het bureauonderzoek voor bovengenoemde periodes.Op de locatie aan de Rijndijk 250 zijn onder een 1,5 m dik verstoord ophoogpakket tot 2,5 mbeneden maaiveld komklei/restgeulafzettingen aanwezig. Vanaf 2,5 m beneden maaiveld zijn oever-/restgeulafzettingen aanwezig. In de top van de oever/restgeulafzettingen, op 2,5 m –mv, isgeen bodemhorizont waargenomen. Het is onwaarschijnlijk, mede gezien de ligging binnen derestgeul dat zich hier resten archeologisch resten bevinden. Het is niet uit te sluiten dat er onderde huidige bebouwing nog bouwhistorische resten aanwezig zijn uit de Late-Middeleeuwen totNieuwe tijd.Dit betekent dat de verwachtingen uit het bureauonderzoek kunnen worden gehandhaafd.
Date: 2016-11-07