In opdracht van de gemeente Oosterhout heeft Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. een, archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (door middel van, verkennende boringen) uitgevoerd. Aanleiding hiervoor is het voornemen om binnen het, plangebied Ridderstraat, gelegen aan de zuidoostzijde van het centrum van Oosterhout, een, nieuw (gescheiden) riool aan te leggen. Deze aanleg zal gepaard gaan met bodemingrepen, als, gevolg waarvan eventueel aanwezige archeologische resten aangetast en/of vernietigd kunnen, worden. Op basis van het archeologisch bureauonderzoek werd vastgesteld dat binnen het plangebied, mogelijk hoge zwarte enkeerdgronden aanwezig kunnen zijn, wat een hoge verwachtingswaarde, met zich meebrengt. Anderzijds werd een aanzienlijke bodemverstoring verwacht als gevolg van, (sub)recente bouwactiviteiten en oudere ontginningsactiviteiten. Om de bodemopbouw- en, kwaliteit (gaafheid) binnen het plangebied te bepalen, is geadviseerd een inventariserend, veldonderzoek, verkennende fase uit te voeren. De tijdens het veldonderzoek waargenomen bodemverstoring reikt tot op/in de C-horizont. In, boring 4, 5 en 7 is sprake van een BC horizont, daar is sprake van een klein restant van de, oorspronkelijke bodemopbouw., In hoerverre de onderliggende dekzandondergrond is verstoord is echter moeilijk te zeggen, omdat niet altijd duidelijk is hoeveel van de onderliggende dekzandondergrond is opgenomen in, de bovengrond of is afgegraven. . Het lijkt er echter wel op dat de dekzandondergrond, geclassificeerd kan worden als een lage, ontgonnen dekzandvlakte waarin weinig tot geen, bodemvorming mogelijk is geweest. Dientengevolge is aanbevolen het plangebied de archeologische verwachting naar beneden (laag), bij te stellen. Hiermee kan het aspect archeologie als onderdeel van de onderhavige procedure, worden afgerond. Selectieadvies Geadviseerd wordt om het plangebied vrij te geven voor wat betreft het aspect, archeologie.