In opdracht van KWA bedrijfsadviseurs heeft BAAC op 2 oktober 2019 een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd in plangebied Brinkweg te Zelhem, gemeente Bronkhorst. De aanleiding voor het onderzoek is de voorgenomen bouw van een tankhal in het plangebied waarbij een gerede kans bestaat dat archeologische waarden vernietigd zullen worden. Het plangebied ligt aan de Brinkweg, schuin tegenover nummer 23, op bedrijventerrein Het Blek te Zelhem. Het plangebied wordt omgrensd door bedrijfspanden. De oppervlakte bedraagt circa 4352 m2. Tijdens het veldwerk zijn verspreid over het plangebied vijf proefsleuven aangelegd waarbij in totaal 420 m2 is opgegraven, wat een dekkingsgraad van circa 9,5% betreft.De bodemopbouw in het plangebied is vrij eenduidig. In het grootste deel van het plangebied bevindt zich onder een recente bouwvoor een 35 tot 60 cm dik plaggendek. Onder het plaggendek is een circa 20 tot 25 cm dik restant van een akkerlaag aanwezig die ontstaan is vóór de opbouw van het plaggendek aanving. Daaronder is een circa 20 cm dikke laag waargenomen die geïnterpreteerd is als Bw-horizont behorend tot een moderpodzol. In deze laag is vondstmateriaal aangetroffen daterend tussen de late bronstijd en de volle middeleeuwen. Onder deze laag bevindt zich een 15 tot 25 cm dikke, geel tot geel-bruin gevlekte BC-horizont met daaronder de C-horizont. De bodemopbouw in het plangebied wijst op langdurig gebruik als akkerland.Behalve de aangetroffen antropogene lagen bestaan de archeologisch relevante sporen uit twee paalsporen en een spitspoor. De twee paalsporen zijn aangetroffen in werkput 1 en 2 en bevinden zich daarmee beide aan de noordzijde van het plangebied. De relatie tot de bodemopbouw is niet geheel duidelijk, maar het lijkt waarschijnlijk dat de sporen ouder zijn dan of (deels) contemporain zijn met de akkerlaag die zich onder het plaggendek bevindt. Dat betekent dat ze in ieder geval ouder zullen zijn dan de late middeleeuwen. Geen van beide sporen bevatte vondstmateriaal.Het vondstmateriaal bestaat uit tien fragmenten aardewerk, drie stenen en vier metaalslakken. Alle vondsten zijn bij de aanleg van het vlak verzameld en zijn afkomstig uit antropogene lagen, met uitzondering van een stuk vuursteen dat in een spitspoor is gevonden. Het vuursteenfragment is waarschijnlijk natuurlijk gevormd door verhitting.In het plaggendek is een scherf blank steengoed uit de late middeleeuwen of nieuwe tijd gevonden, beide in de onderste laag van het plaggendek. Uit de akkerlaag die zich onder het plaggendek bevindt is een fragment Pingsdorfaardewerk (900-1225) verzameld. Vier scherven met erg uiteenlopende dateringen zijn in de Bw-horizont gevonden. De oudste scherf is een randfragment afkomstig van een kom met een datering tussen de late bronstijd en de (midden) ijzertijd. Een tweede, handgevormde scherf is mogelijk Romeins maar zou ook jonger kunnen zijn. Uit de middeleeuwen dateren een fragment kogelpot met steengruismagering en een scherf Pingsdorf-aardewerk. In deze laag is ook een lemmet van een ijzeren mes gevonden en vier stukken metaalslak. De BC-horizont leverde twee scherven handgevormd aardewerk uit de late bronstijd tot (midden) ijzertijd op en een fragment Pingsdorf-aardewerk.In het plangebied is één vindplaats vastgesteld. Vindplaats 1 is niet nader te dateren dan tussen de late bronstijd en de late middeleeuwen. De vindplaats bestaat uit één of twee paalsporen. Met een score van 4 punten voor fysieke kwaliteit en een score van 3 punten voor inhoudelijke kwaliteit is vindplaats 1 op beide aspecten niet behoudenswaardig. Het advies van BAAC bv is dan ook om vindplaats 1 niet nader archeologisch te onderzoeken.