In opdracht van Architecten Buro Schoenmakers heeft archeologisch onderzoeksbureau Becker & Van de Graaf bv, onderdeel van de IDDS-groep, een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IVO) verkennende fase door middel van boringen uitgevoerd aan de Kapelstraat (naast 2a) in Oudenbosch, gemeente Halderberge. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in januari 2011. De aanleiding voor dit onderzoek is een wijziging van het bestemmingsplan. Binnen het plangebied is nieuwbouw gepland in de vorm van drie gebouwen (één voor mantelzorg, één voor woning en dagbesteding en één bijgebouw). Graafwerkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling zullen zorgen voor een bodemverstoring tot op onbekende diepte. De kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden hierdoor verstoord dan wel vernietigd zullen worden. Op basis van het bureauonderzoek is vastgesteld dat het plangebied gelegen is op een dekzandrug in het zuidelijke zandgebied. Het dekzand is afgezet aan het eind van de laatste ijstijd (het Weichselien). Op dit dekzand kan daarom bijvoorbeeld bewoning of begraving hebben plaatsgevonden vanaf het Laat-Paleolithicum. Op basis van de bodemkaart is bekend dat het plangebied binnen een gebied met laarpodzolgronden ligt. Hierbij wordt een humeus dek van minder dan 50 cm dik op het dekzand opgebracht ter bevordering van de vruchtbaarheid van het land voor akkerbouw. Dit humeuze dek kan al vanaf de Late-Middeleeuwen zijn opgebracht; de ondergrond van het plangebied kan daarom archeologische waarden vanaf de Late-Middeleeuwen herbergen. Op basis van historisch kaartmateriaal heeft sinds 1744 na Chr. geen bewoning meer binnen het plangebied plaatsgevonden. Het plangebied wordt op basis van hetzelfde kaartmateriaal in ieder geval sinds het begin van de 19de eeuw, maar mogelijk al eerder, gebruikt als akker. Uit het veldonderzoek is gebleken dat in het plangebied een humeus dek aanwezig is van minder dan 50 cm dik, waardoor de bodem kan worden geclassificeerd als laarpodzolgrond. In het humeuze dek zijn archeologische resten aangetroffen uit de periode Late-Middeleeuwen – Nieuwe tijd. Dit kan wijzen op bewoning binnen het plangebied tijdens die periode. Echter, als het humeus dek is opgebracht kunnen deze vondsten ook van buitenaf zijn aangevoerd. In boring 4 werd onder het humeuze dek een mogelijke gedempte sloot of greppel gevonden die ook op het Actueel Hoogtebestand Nederland te traceren is. Dit is mogelijk een oude perceelsgrens die dateert uit de periode Late-Middeleeuwen tot de 19de eeuw. Daarnaast kan het humeuze dek zelf ook een archeologische indicator zijn als het inderdaad is opgebracht door de mens. Dit kan echter niet bewezen worden op basis van de boringen. Onder dit humeuze dek bevindt zich dekzand waarvan de top bijna overal verploegd is. Deze verploeging wordt bewezen door het feit dat de top van podzolbodem in het dekzand in geen enkele boring meer aanwezig was. In boringen 1-3 is een deels intacte podzol gevonden waarin nog diep reikende sporen, bijvoorbeeld van huispalen of waterkuilen, aanwezig kunnen zijn. Dit soort sporen zijn pas bekend vanaf het Neolithicum. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek en het veldonderzoek worden in het dekzand in de omgeving van boringen 1-3 archeologische waarden verwacht vanaf het Neolithicum. In het gehele plangebied is daarnaast een humeus dek aanwezig dat door de mens is opgebracht en dat bewoningsresten daterend vanaf de Late-Middeleeuwen tot 1744 (historische kaart van T.E. van Goor) kan bevatten. Er wordt daarom geadviseerd om in het plangebied vervolgonderzoek uit te laten voeren. Er wordt aangeraden dit te doen in de vorm van een proefsleuvenonderzoek. Over dit advies kan overleg gevoerd worden met de deskundige namens de bevoegde overheid, de gemeente Halderberge, contactpersoon: mevrouw drs. J.M. Visser, Monumentenhuis Brabant, telefoon: 0162-511833.
B&G rapport 1121
Kapelstraat, Oudenbosch. Gemeente Halderberge
Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek (door middel van boringen), verkennende fase