In opdracht van ARCADIS Nederland B.V. heeft ADC ArcheoProjecten in februari 2013 een Inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie N207 tussen Leimuiden en Alphen aan den Rijn, provincie Zuid-Holland. Het onderzoek is verricht in het kader van de verbreding van de provinciale weg N207. In een eerdere fase in het proces van Archeologische MonumentenZorg (AMZ) was reeds een bureauonderzoek uitgevoerd naar de archeologische waarden in het gebied. Dit resulteerde in de volgende gespecificeerde verwachting: ‘Volgens de gespecificeerde verwachting bestaat het grootste deel van het onderzoeksgebied uit droogmakerijen. Hiervoor geldt een lage verwachting op archeologische resten. Binnen deze gebieden is de middeleeuwse bewoning naar verwachting verdwenen en ligt het Laagpakket van Wormer aan het oppervlak. Door een aantal waarnemingen in het onderzoeksgebied echter, bestaat toch een kans op archeologische resten uit perioden vanaf de Late Middeleeuwen. Mogelijk is hier een deel van het vroeger aanwezige veen behouden gebleven. Hoewel gegevens wijzen op ongunstige vestigingsomstandigheden gedurende de Prehistorie, is niet uit te sluiten dat buiten de droogmakerijen wel resten uit de Prehistorie in het Laagpakket van Wormer aanwezig zijn, maar deze liggen op grote diepte (top circa 4 m –NAP)’.Alle hier tijdens het onderzoek gezette boringen zijn gelegen op een van oorsprong laatmiddeleeuws dijklichaam. Geconstateerd kon worden dat ter plaatse vanaf 150 cm –mv en dieper sprake is van een afwisseling van veen- en kwelderafzettingen. Hier bovenop bevindt zich een omgewerkte/opgebrachte laag zwak tot matig humeus zand, waarin zich puinresten en enkele (recente) baksteenfragmenten bevinden. Gezien de locatie van de boringen en de samenstelling van het pakket gaat het hier om grond die onderdeel vormt van het dijklichaam waarop de boringen gesitueerd zijn. Het booronderzoek heeft niet voldoende gegevens opgeleverd om te bepalen in welke periode de grond is aangebracht en of zich daarbinnen nog andere archeologische resten bevinden, zoals funderingsresten van bebouwing e.d. Het geheel wordt afgedekt door een circa 45 cm dikke bouwvoor. Verder kon geconstateerd worden dat binnen zone 4 sprake is van vele kabels en leidingen waardoor de bovengrond ter plaatse verstoord is. Voor zover vastgesteld kon worden op basis van het booronderzoek reikt deze verstoring ter plaatse van kabels en leidingen tot minimaal 50 à 70 cm –mv.Op basis van de verkregen boorgegevens en in samenhang met de bekende historische gegevens geldt dat hier sprake is van een archeologische vindplaats waar rekening gehouden moet worden met sporen en vondsten die samenhangen met de bewoningsgeschiedenis van Rijnsaterwoude. De exacte omvang daarvan kan op basis van het hier besproken onderzoek niet bepaald worden. De vindplaats omvat in principe namelijk de gehele historische kern van Rijnsaterwoude en de hier besproken onderzochte zone maakt daar slechts een beperkt deel van uit.Advies zone 1, 2 en 3 Op basis van de boorgegevens kunnen in de zones 1, 2 en 3 geen vindplaatsen, die gelieerd kunnen worden aan de bewoning langs de Overbuurtse Weg, onderscheiden worden. Binnen de zones is geen onverstoord restveen aangetroffen of andere indicatoren, zoals een archeologische laag, ophooglagen of vondstmateriaal, die met zekerheid op de aanwezigheid van een vindplaats zouden kunnen duiden.Advies zone 4 Op de locatie is een pakket omgewerkt/opgebracht zand aangetroffen dat geïnterpreteerd kan worden als onderdeel van een laatmiddeleeuws dijklichaam. Het booronderzoek heeft niet voldoende gegevens opgeleverd om te bepalen in welke periode de grond is aangebracht en of zich daarbinnen nog andere archeologische resten bevinden, zoals funderingsresten van bebouwing e.d. Op basis van zowel de verkregen boorgegevens als de bekende historische gegevens geldt dat hier sprake is van een archeologische vindplaats waar rekening gehouden moet worden met sporen en vondsten die samenhangen met de bewoningsgeschiedenis van Rijnsaterwoude. Feit is echter dat de voorgenomen ontwikkeling op deze locatie slechts tot 50 cm – mv zal reiken. Gezien de dikte van de huidige bouwvoor en de aanwezigheid van vele kabels en leidingen binnen zone 4, waarbij de ondergrond minimaal tot 50 à 70 cm – mv verstoord is, wordt de kans op de aanwezigheid van intacte archeologische resten tot een diepte van 50 cm - mv klein geacht. ADC ArcheoProjecten adviseert op basis hiervan het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling indien deze niet dieper reikt als 50 cm -mv.Advies zone 5 In het gebied wordt de kans op intacte archeologische resten, gelieerd aan de bewoning langs de Drecht zeer klein geacht; eventueel oorspronkelijk aanwezige resten zijn verstoord bij de aanleg van op de locatie aanwezige brug in de 20e eeuw. ADC ArcheoProjecten adviseert op basis hiervan om het terrein vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling.
Date: 2013-05-06
