Aanleiding tot dit archeologische bureauonderzoek en inventariserend booronderzoek zijn de kavelaanvaardingswerkzaamheden die in opdracht van provincie Fryslân worden uitgevoerd. Door deze werkzaamheden worden
mogelijk archeologische resten bedreigd.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat de plangebieden op een kwelderwal liggen die vanaf de vroege middeleeuwen bewoond is. De kwelderwal ligt wat hoger in het landschap en heeft een iets zandiger bodem dan de ruimere omgeving. Hierdoor was de kwelderwal aantrekkelijk als vestigingsplaats voor de mens. De grote hoeveelheid terpen en huisplaatsen die in het onderzoeksgebied zijn aangetroffen onderschrijven dit. Daarnaast is het zeer waarschijnlijk dat zich buiten de terpen (maar nog steeds op de kwelderwal) off site-structuren bevonden in de vorm
van greppels, sloten en sporen van landbewerking. Ook valt niet uit te sluiten dat in het gebied vlaknederzettingen liggen, die niet direct op hoogte- of geomorfologische kaarten zichtbaar zijn.
Het verkennende booronderzoek binnen de onderzoeksgebieden heeft aangetoond dat de bodem van onder naar boven bestaat uit afzettingen van een kwelderwal die naar boven toe geleidelijk overgaan in een humeuze bouwvoor. In de boringen zijn geen aanwijzingen gevonden voor bodemlagen met archeologische potentie. Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen.