In opdracht van mevr. E. van Parijs heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Scheidingstraat 19 in Eede (gemeente Sluis). In het plangebied zal een nieuwe woning gebouwd worden. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden kent het plangebied een hoge verwachtingswaarde. Provinciaal beleid is dat er in dergelijke gebieden onderzoek moet gebeuren. Uitgangspunten van het provinciaal archeologiebeleid staan in de Nota Archeologie 2006-2012 van de provincie Zeeland. De provincie verwoordt daarin haar drie voornaamste ambities, zijnde (a) behoud “in situ”, (b) optimaliseren kennis voor beleid, en (c) ontsluiting archeologisch erfgoed. Voor gebieden met een verwachtingswaarde (Indicatieve kaart Archeologische Waarden (IKAW), Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) en Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS)) is de afweging van archeologische waarden noodzakelijk door middel van archeologisch (voor)onderzoek. Onderzoek moet gebeuren in gebieden met een middelhoge en hoge verwachtingswaarde volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Gebieden met een lage of zeer lage verwachtingswaarde hoeven niet onderzocht te worden tenzij er een vondstmelding bekend is uit het ZAA of uit het nationaal informatiesysteem,ARCHIS. Onderzoek en behoud dient door diegene die werkzaamheden uitvoert in de bodem,anders dan normaal (agrarisch) gebruik, betaald te worden.In de top van de fluvioperiglaciale afzettingen, onder het dekzand, kunnen we resten verwachten uit het Midden- Paleolithicum tot en met het Laat-Paleolithicum. De kans op het voorkomen van deze resten is klein. De top van de fluvioperiglaciale afzettingen bevindt zich maximaal 2 meter onder het maaiveld. Als er in het dekzand een bodem aanwezig is (bv een Allerød-laag), dan kunnen hierop laat- paleolitische resten aangetroffen worden. De kans op het aantreffen van deze resten is klein. In de top van het dekzand (onder of aan de basis van het eventuele esdek) kunnen we resten verwachten vanaf het Laat-Paleolithicum tot en met de Middeleeuwen. Omdat in de omgeving vondsten bekend zijn met een datering tussen de Romeinse Tijd tot de Middeleeuwen, geven we voor deze perioden een hoge verwachting. In de top van het esdek, vlak onder het maaiveld, kunnen we resten verwachten van de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd. Omdat er concrete aanwijzingen zijn dat er recentelijk bebouwing heeft gestaan in het plangebied, geven we een hoge verwachting voor resten uit de Nieuwe Tijd.De fluvioperiglaciale afzettingen zijn inderdaad aangetroffen, vanaf 145 cm -mv. In de top van deze laag zijn geen vondsten aangetroffen.Uit het bureauonderzoek bleek de aanwezigheid van esdek in het plangebied; voor dit soort gronden bestaat een hoge kans op het aantreffen van archeologische resten. Het booronderzoek echter bevestigde deze hoge verwachting niet; de bodem bleek verstoord tot 75 - 110 cm -mv. In de noordwesthoek van het plangebied was een locale verhoging (‘bult') waar te nemen, dit was de locatie waar veel (recente) puinresten zijn aangetroffen.