Archeologisch onderzoeksbureau IDDS Archeologie heeft op 5 en 6 februari 2020 een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven, aangevuld met met karterende boringen, uitgevoerd aan de Raadhuisstraat 2 in Naarden, gemeente Gooise Meren. De aanleiding voor dit onderzoek is de geplande herontwikkeling van het perceel. Er zal nieuwbouw worden gerealiseerd bestaande uit woningen met daaronder een stallinggarage. De onderzijde van de garagevloer komt te liggen op -0,85 m NAP (ca. 3 m –mv). In juni 2017 heeft IDDS Archeologie voor het plangebied een archeologisch bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd in de binnentuin en de stegen om het stadskantoor. In één boring werd mogelijk de Laag van Usselo aangetroffen. Dit gaf aanleiding om in april 2018 aanvullende boringen in het gebouw te zetten. Ook hierbij werd in diverse boringen mogelijk de Laag van Usselo aangetroffen. Tevens werd tijdens beide onderzoeken een deels intacte podzolbodem aangetroffen. Op basis hiervan werd vervolgonderzoek geadviseerd, bestaande uit een proefsleuvenonderzoek naar de podzolbodem en een karterend booronderzoek naar de mogelijke Laag van Usselo. Dit advies is overgenomen door het bevoegd gezag (de gemeente Gooise Meren, geadviseerd door NMF Erfgoedadvies). Voorafgaand aan het proefsleuvenonderzoek is het voormalige stadskantoor op de locatie, met uitzondering van de ingangspartij, bovengronds gesloopt. Tevens is de bovenste 1,20 m, bestaande uit recent verstoorde grond, afgegraven (tot ca. 1,3 m NAP). Het karterend booronderzoek naar het diepere deel in de ondergrond, naar de laag van Usselo, heeft geen vindplaats opgeleverd. In de boringen is de laag niet altijd waargenomen. In de zeefmonsters zijn ook geen archeologisch relevante vondsten gedaan. IDDS Archeologie adviseert daarom de dieper gelegen laag van Usselo vrij te gegeven van nader archeologisch onderzoek.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn sporen en vondsten vanaf de Late Middeleeuwen tot in de Nieuwe tijd gevonden. De sporen bestaan uit grondsporen, zoals kuilen en greppels, en steenbouwsporen. Van de steenbouwsporen zijn vooral diepe sporen, zoals water- en beerputten, bewaard gebleven. Ondanks de verstoringen is de vindplaats toch behoudenswaardig geacht. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven adviseert IDDS Archeologie om vervolgonderzoek uit te laten voeren. Dit vervolgonderzoek dient te bestaan uit een opgraving.