Inleiding
In opdracht van Viforis B.V. / Natuurmonumenten heeft RAAP in de periode november - december 2023
een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek
uitgevoerd ter plaatse van het plangebied “Kwelscherm Breukberg” te Schinveld in de gemeenten
Beekdaelen & Brunssum. In natuurgebied de Breukberg is men van plan om een kwelscherm aan te
leggen om verdroging van het hellingveen tegen te gaan. Het onderzoek vond plaats in het kader van
een omgevingsvergunning.
Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting
aan de hand van verzamelde informatie over bekende en verwachte archeologische resten. Het
verkennend booronderzoek heeft tot doel de archeologische verwachting voor het gebied te toetsen
door de geo(morfo)logische en/of bodemkundige opbouw en eventuele bodemverstoringen in kaart te
brengen.
Resultaten
Op basis van het bureauonderzoek bleek dat het plangebied grotendeels in het beekdal van de Roode
Beek en deels op een afbraakwand ligt, waar vooral moerige eerdgronden en gooreerdgronden
verwacht worden. De omgeving van het plangebied staat bekend om de aardewerkproductie in de late
middeleeuwen, waardoor er diverse meldingen van pottenbakkersovens en aardewerkconcentraties
bekend zijn. Deze bevinden zich voornamelijk ten westen van de Roode Beek, vaak op de wat drogere
overgangen van het beekdal naar de hogere landschapszones. Vanwege deze vondsten heeft het
plangebied op de gemeentelijke verwachtings- en beleidskaarten een zeer hoge archeologische
verwachting gekregen. Op basis van het bureauonderzoek blijkt dat door de erg lage en natte ligging
van het plangebied dat deze verwachting genuanceerd kan worden naar een eerder onbekende
archeologische verwachting voor aardewerkproductie (aardewerkconcentraties, misbaksels, ovens) en
andere beekdalgerelateerde resten (zoals afvaldumps, rituele depots, grondstofwinning, resten van
jacht- en visvangst).
Tijdens het verkennend booronderzoek bleek dat de bodem bestond uit een moerige bovengrond. Deze
was in het uiterste noordwesten zeer nat (verzadigd). In het zuidoosten was deze wat droger, wellicht
als gevolg van de aanleg van rabatten. Onder de moerige A-horizont (en plaatselijk onder een
ophogingslaag of verrommelde laag), werden meestal relatief zandige beekafzettingen aangetroffen (cf.
beekdal). Alleen in boringen 14 en 15 zijn oudere pleistocene rivierafzettingen aangetroffen (cf.
afbraakwand). Op basis van het booronderzoek werd de (zeer) natte ligging in het beekdal bevestigd.
Advies
Algemeen: Op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in het plangebied nog
archeologische resten verwacht kunnen worden. Deze worden verwacht direct onder de A-horizont,
ophoging en/of verrommeld pakket en kunnen ingebed zijn op meerdere niveaus, in de holocene beekafzettingen en direct daaronder. Indien behoud van het archeologische niveau (vanaf ca. 0,4 m –
Mv, cf. ondergrens gemeentelijk archeologisch beleid) niet kan worden gewaarborgd, dan is
vervolgonderzoek aan de orde. Vanwege de ligging in het beekdal en de verwachting op
beekdalgerelateerde resten (die doorgaans erg lokaal voorkomen), is een archeologische begeleiding
dan de beste methode.
Specifiek voor de huidige plannen:
- Bij aanvang van de werkzaamheden zullen bomen gerooid worden ten behoeve van de aanleg van
een werkzone. Bij het rooien van bomen zijn de waarnemingsmogelijkheden heel beperkt, ook al
worden de stobben uitgegraven. Aanbevolen wordt om dit zo voorzichtig als mogelijk te doen en niet
meer als nodig te verwijderen/verstoren;
- Bij de aanleg van een werkzone wordt aanbevolen om de bovengrond niet weg te graven en te
werken met rijplaten. Hierdoor zullen machines niet wegzakken en is er geen bedreiging voor
eventuele onderliggende archeologische resten;
- Bij de realisatie van het kwelscherm wordt in een lang en smal tracé (ca. 550 m en ca. 0,4-0,6 m
breed) de bodem losgewoeld (niet ontgraven) alvorens te mengen met een natuurlijk materiaal dat de
bodem plaatselijk verdicht. Vanwege deze werkwijze, zijn de waarnemingsmogelijkheden zeer
beperkt.
Specifiek voor de huidige plannen wordt door RAAP geen vervolgonderzoek aanbevolen indien de
werkzaamheden beperkt blijven tot het rooien van bomen en de aanleg van een kwelscherm, vanwege
de (zeer) beperkte waarnemingsmogelijkheden, gelet ook op de natte omstandigheden van het
plangebied. De dubbelbestemming archeologie dient dan wel gehandhaafd te blijven. Indien toch delen
van de bovengrond worden ontgraven, dan kunnen de werkzaamheden het best worden opgevolgd door
een archeologische begeleiding.
Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheden, de gemeenten Beekdaelen en
Brunssum, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.