In augustus 2012 heeft Ingenieursbureau Oranjewoud in opdracht van de gemeente Groningen een archeologisch onderzoek in de vorm van een bureauonderzoek met aansluitend een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied Oosterpark Stadion "De Velden". De aanleiding tot het archeologisch onderzoek is het voornemen in het plangebied een vijver te graven. Bij de geplande werkzaamheden kan het bodemarchief verstoord raken. Daarom is een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk.Uit het bovenstaande blijkt dat het plangebied ligt in het noordelijke zeekleigebied. Het plangebied ligt waarschijnlijk in een vlakte van getijdeafzettingen. In de omgeving en mogelijk ook in het plangebied ligt het stroomgebied van de Hunze met de daarnaast gelegen oeverwallen. Binnen het plangebied worden resten verwacht uit het laat paleolithicum - mesolithicum en ijzertijd - nieuwe tijd. Resten uit de eerst genoemde periode liggen op een dermate grote diepte dat deze door de aanleg van de vijver niet zullen worden verstoord. Verwacht wordt dat de bodem in het plangebied grotendeels is verstoord door de aanleg van het Oosterparkstadion.Op basis van bovenstaande gegevens wordt geadviseerd om binnen het plangebied een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, verkennende fase, uit te voeren om het in het archeologisch bureauonderzoek opgestelde verwachtingsmodel te toetsen. Tijdens het veldonderzoek blijkt dat de bovenste laag 1,5 tot 2,2 m is verstoord maar dat hieronder nog intacte bodemlagen voorkomen. In het plangebied bestaat de bodemopbouw van boven naar beneden uit een opgebrachte/verstoorde laag op klei op veen op dekzand.Op basis van het bureauonderzoek werd verwacht dat in het plangebied sprake zou kunnen zijn van een vlakte van getijdeafzettingen met daarbinnen een oeverwal met de rivierloop van de Hunze. Daarnaast zou op grotere diepte dekzand kunnen worden aangetroffen. Binnen het plangebied werden eveneens archeologische resten verwacht uit de periode laat paleolithicum - mesolithicum en ijzertijd - nieuwe tijd. Tijdens het veldonderzoek zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor de aanwezigheid van een oeverwal en de rivierloop van de Hunze. Lagen die zouden kunnen duiden op de aanwezigheid van een vindplaats binnen het plangebied zijn eveneens niet herkend. Ook zijn geen archeologische indicatoren waargenomen. Binnen het plangebied zijn drie boringen doorgezet tot op grotere diepte. In deze boringen is dekzand aangetroffen. In het dekzand is geen podzolbodem herkend. Een podzolbodem is een aanwijzing voor een hoge droge locatie. Op dergelijke locaties kunnen vindplaatsen uit het laat paleolithicum - mesolithicum voorkomen. Deze worden binnen het plangebied niet verwacht.Op basis van de resultaten van het veldonderzoek, kan de verwachtingswaarde binnen het plangebied naar beneden toe worden bijgesteld. Tijdens het booronderzoek is gebleken dat de bodem onder de verstoorde kleilaag nog wel grotendeels intact is, maar na intensief booronderzoek zijn geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen in het plangebied aangetroffen. Op grond van het ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische resten wordt ten aanzien van het plangebied geen vervolgonderzoek aanbevolen. Het plangebied kan wat betreft archeologie worden vrijgegeven.
Date: 2012-08-29