Van 31 mei tot en met 30 juni 2017 (25 dagen) is door Archeologie West-Friesland een vlakdekkend onderzoek uitgevoerd tussen de Romeinstraat, Davidstraat en Korte Davidstraat in het historische centrum van Enkhuizen. De aanleiding voor het onderzoek was de sloop van de bestaande bebouwing, de nieuwbouw van 15 woningen en de bodemsanering van de binnentuin. De geplande werkzaamheden zouden een groot deel van het bodemarchief verstoren.Vanaf het einde van de 16de en 17de eeuw stonden langs de Davidstraat en Romeinstraat meerdere panden, zowel woonhuizen als werkplaatsen. De Korte Davidstraat bestond toen nog niet. In de 18de en 19de eeuw ging het economisch zeer slecht met de stad Enkhuizen. Een van de weinige bronnen van inkomsten was nog de verkoop van tweedehands bouwmateriaal. Dit zorgde ervoor dat veel panden, zeer grondig werden gesloopt. Pas in de loop van de 20ste eeuw werd het gebied weer bebouwd.Bij de opgraving van de David-Romeinstraat werd een grijze kleilaag aangetroffen die is gevormd in de Bronstijd. Tot het einde van de 16de eeuw lag het plangebied buiten de stad Enkhuizen en was het in gebruik als een uitgestrekt veenweidegebied met veel water. Zowel aan de Romeinstraat als aan de zuidzijde van de Davidstraat werd nog een restant van dit veenpakket aangetroffen met een dikte van 60 cm.De economische voorspoed die Enkhuizen in de 16de eeuw kende, leidde tot een grote behoefte aan ruimte voor woonhuizen, pakhuizen, werkplaatsen en ligplaatsen voor schepen. Daarom besloot het stadsbestuur in 1590 tot een grote uitbreiding van de stad. De opgravingslocatie ligt binnen deze uitbreiding. Zowel aan de Romeinstraat als aan de Davidstraat zijn aanwijzingen gevonden dat in de loop van de 17de eeuw grote veranderingen op enkele percelen plaatsvonden. van de meeste panden niets meer teruggevonden dan de naaldhouten slietenfundering van de gevels. Aan de David-Romeinstraat zijn enkele werkplaatsen gevonden. Welke ambachtelijke werkzaamheden men in de panden heeft uitgevoerd blijkt vaak lastig te achterhalen. Een belangrijk onderzoeksthema in Enkhuizen is de materiële cultuur van de Gouden Eeuw. Als we al het vondstmateriaal van de opgraving overzien, krijgen we een vertekend beeld. Naast algemeen voorkomende keramieksoorten, zoals in Enkhuizen en de regio vervaardigd aardewerk, steengoed uit Duitsland en aardewerk uit het Werra- en Weser-gebied, zijn namelijk ook opvallend veel vondsten van keramiek uit het Middellandse Zeegebied en China tussen de vondsten aanwezig. Meerdere van deze vondsten kunnen als luxueus worden aangemerkt, waarbij vooral de inhoud van één keramiekdump (de ‘porseleinkuil’) van rond 1650 eruit springt.Het lijkt erop dat deze vondsten geen verband houden met de bewoners van dit gebied. Diverse vondsten zijn afkomstig uit afval- en aslagen, waarbij afval elders uit de stad is gestort. Ook diverse kuilen, zoals de ‘porseleinkuil’, bevatten waarschijnlijk materiaal dat niet uit deze wijk komt. De informatiewaarde van de vondsten is daarmee niet minder, maar we kunnen ze niet aan bewoners van de Romeinstraat en Davidstraat koppelen.

West-Friese Archeologische Rapporten 140