Op het terrein van Fort Isabella in Vught wordt door Bella Rocks BV nieuwbouw gerealiseerd. Middels de aanleg van twee proefsleuven zijn twee nieuwbouwlocaties (Gebouw A en Gebouw B) met een gezamenlijk oppervlakte van circa 900 m2 onderzocht. Een deel van de grond wordt voor de nieuwbouw ontgraven, maar ook zal een deel opgehoogd worden, specifiek op de locatie waar de depressie van de oorspronkelijke gracht aanwezig is. De centrale vraagstelling is als volgt: Komen er binnen het plangebied archeologische resten van een vindplaats voor en zo ja, uit welke periode dateren die en is de vindplaats conform de criteria van de KNA behoudenswaardig? In de beide aangelegde proefsleuven zijn enkele greppels waargenomen die als restanten van de omgrachting van het 17e-eeuwse Fort Isabella kunnen worden geïnterpreteerd. De bovenzijde van deze sporen ligt op circa 3,60 m +NAP. De verstoringsdiepte voor de nieuwbouw betreft ca. 4,00 m+NAP en derhalve bevinden de sporen zich hiermee 40 cm onder de verstoringsdiepte. Er zijn daarom op basis van het huidig onderzoek geen aanwijzingen dat op basis van de beoogde nieuwbouwplannen eventueel archeologische resten verder zullen worden aangetast. De precieze functie en aard van de greppels, zoals onderdeel van het grachtenstelsel, of gelegen aan de binnen- danwel buitenzijde van de omwalling, blijft vooralsnog onduidelijk. De enkele geborgen aardewerkvondsten geven door het sterk gefragmenteerde karakter ervan weinig specifieke aanknopingspunten, anders dan dat deze in de Nieuwe tijd en waarschijnlijk gelijktijdig met de 17e- tot begin 19e-eeuwse gebruiksfase van het fort zijn te plaatsen. Er zijn tijdens het huidig onderzoek geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van restanten van een omwalling aangetroffen. Binnen de ontgravingsdiepte wordt de aangetroffen vindplaats, bestaande uit een greppelsysteem, niet direct bedreigd. Voor de omgeving en op grotere diepte wordt op basis van de beide proefsleuven een middelmatige waardering en conservering van de sporen uitgesproken. Gezien de connectie met het fort is hierbij wel sprake van een historisch-archeologisch behoudenswaardig karakter. Gegeven het feit dat de maximale ontgravingsdiepte voor de nieuwbouw de greppels niet direct zullen bedreigen, wordt geadviseerd het plangebied vrij te geven voor de nadere nieuwbouwontwikkelingen binnen de contouren van de beide bouwkavels Gebouw A en Gebouw B. Ook nadat het archeologisch onderzoeksproces is afgerond, blijft de meldingsplicht archeologische toevalsvondst of waarneming van kracht (Erfgoedwet, artikel 5.10 Archeologische toevalsvondst). Aangezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een archeologische toevalsvondst wordt gedaan, is het wenselijk de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij het bevoegd gezag, in deze de gemeente Vught.
