In de periode 24 juli tot en met 23 augustus 2006 heeft ADC ArcheoProjecten in opdracht van Bedrijvenpark Medel en onder directievoering van Hazenberg Archeologie een opgraving uitgevoerd. Het onderzoek bestond uit de aanleg van in totaal 18 werkputten op de vindplaatsen 2 Krommewei (9/R1) en Ooijsche Wetering (R4). In totaal is een oppervlakte van bijna 7.000 m 2 2 onderzocht (5702 m bij 9/R1 en 1270 m bij R4). Het onderzoek is gebaseerd op twee Programma's van Eisen (PvE's) die in opdracht van Bedrijvenpark Medel zijn opgesteld door M. K. Dütting en A. Simons (beiden Hazenberg Archeologie Leiden). De opgravingen hadden tot doel het documenteren, archiveren en conserveren van de aanwezige archeologische waarden (behoud ex situ).Vindplaats Krommewei (9/R1) Al direct bij de aanleg van de eerste werkput, bleek zich over het gehele onderzoeksgebied een postmiddeleeuws greppelsysteem te bevinden. Het greppelsysteem had een duidelijk afwijkende oriëntatie ten aanzien van de waargenomen Romeinse greppels. De Romeinse greppels waren voornamelijk noordzuid of oostwest georiënteerd. Er zijn geen structuren aangetroffen die zonder discussie als huisplattegronden geïnterpreteerd mogen worden. Ook eventuele bijgebouwen en spiekers, alsmede waterputten, ontbreken op het onderzochte deel van de vindplaats. Toch wijst de samenstelling van de aangetroffen sporen bestaande uit (afval)kuilen en greppels, in combinatie met het aangetroffen vondstmateriaal, op de aanwezigheid van een nederzettingsterrein in de directe omgeving. Vermoedelijk ligt het onderzochte deel van vindplaats Krommewei aan de (noord)rand van een inheems-Romeinse nederzetting. Dat deze nederzetting langdurig en in verscheidene fasen in gebruik is geweest bewijzen talloze oversnijdingen van de grondsporen. Eén van de meest opvallende sporen is de ruim één meter brede, oostwest georiënteerde greppel die te volgen is over een lengte van ca 70 meter. In het westelijke gedeelte van het onderzoeksgebied had de greppel een diepte van meer dan een meter. Dergelijke brede en diepe greppels worden veelal rond inheems-Romeinse nederzettingsterreinen aangetroffen. Op vindplaats Krommewei vertegenwoordigt de nederzettingsgreppel één van de laatste gebruiksfasen van de veronderstelde nederzetting. Het lijkt er op dat het centrum van de nederzetting ten zuiden van de bovengenoemde greppel ligt. De exacte locatie en omvang van de veronderstelde nederzetting is echter niet bekend geworden. Ook een relatie met de noordwestelijker gelegen inheems-Romeinse nederzetting (Tiel Medel- Rotonde) kon niet aangetoond worden. ste de De aangetroffen grondsporen dateren uit de late 1 tot de eerste helft van de 2 eeuw na Chr.Vindplaats Ooijsche Wetering (R4) In totaal zijn vijf werkputten aangelegd. Werkput 1 tot en met 4 zijn aangelegd ter hoogte van de sporenconcentratie die tijdens het proefsleufonderzoek al was aangetroffen. Vervolgens diende werkput 5 om de relatie tussen vindplaats R2/R3(Medelsestraat-Oost) en R4 (Ooijsche Wetering) te onderzoeken. Het bleek echter niet mogelijk put 5 aan te leggen op de gewenste locatie aangezien er op moment van onderzoek ook rioleringswerkzaamheden plaatsvonden op het terrein. Het was wel mogelijk om de blootgelegde grondsporen in het 200 m lange rioleringstracé op te tekenen en te bemonsteren. De aangetroffen sporen waren te volgen over een lengte van circa 35 meter. Er zijn verschillende greppels en (paal)kuilen gedocumenteerd. In het oostelijke deel van het tracé is een restgeul waargenomen. De aangetroffen grondsporen in het rioleringstracé lijken op een nederzettingsterrein te duiden.