Naam: Giman KromodikoroAchternaam: KromodikoroGeboorteplaats: Constantania, district CommewijneGeboortedatum: 1937Woonplaats: Suriname 1937 -Ik ben geboren op Constantia en op Reijnsdorp/Bakki naar school geweest. Ik heb onderwijs genoten tot en met de zevende klas, toen ben ik gestopt met school. Ik heb in Constantia gewoond tot aan mijn 21e jaar.Daarna ben ik naar Moengo gegaan. Ik ben daar begonnen met werken toen de Surinaamse Bauxiet Maatschappij (SBM) daar nog was. Later kwam Suralco. Daar heb ik gewerkt totdat de Binnenlandse Oorlog in 1986 uitbrak met het Junglecommando van Ronnie Brunswijk. De productie nam af en personeel werd afgevloeid, om en nabij 500 man. Ik was een van hen. In 1987 ging ik met vervroegd pensioen.Toen ik klein was hield ik er van om naar wayang voorstellingen te kijken. Er was in die tijd nog geen radio. Ik keek vooral naar wat dalang (poppenspeler) Dikan allemaal deed. Hij was heel beroemd en erg goed. Zijn spel was aansprekend en duidelijk. Als de voorstelling af was gelopen, dan probeerde ik de volgende dag dalang Dikan na te doen. Dat deed ik met cassaveplanten, zij waren mijn wayang figuren. Ik bewoog ze, vertelde een verhaal erbij en maakte er geluiden bij. Mijn publiek bestond uit mijn broers en zussen en de kinderen uit het dorp. Klaarblijkelijk had ik talent, want rond mijn 18e kochten mijn ouders een wayangset en een gamelanset voor mij.Op mijn 19e nodigde de dalang mij uit om te spelen voor een publiek tijdens een bersih desa viering (dorpsfeest om Dewi Sri, de rijstgodin te eren) in Constantia. Na afloop zei de dalang tegen mijn vader dat hij bestolen was. Hij zag in mij een kopie van zichzelf, want ik had precies gedaan wat hij deed. Mijn vader zei: hij heeft de goede dingen van je overgenomen, jouw spel zal niet verloren gaan.Ik heb mijn vaardigheden in gamelan spelen ontwikkeld toen de taperecorder kwam.De taperecorder gaf de mogelijkheid om muziek op te nemen. Ik nam hem overal mee op de bromfiets met mijn vrouw achterop. Eerst Tamanredjo, dan Alkmaar, om vanaf plantage Mon Trésor over te steken naar Kronenburg en daarna via kleine glibberige paadjes naar de plaats van bestemming te rijden. Ik nam de muziek op en luisterde die thuis af.Ik heb veel geleerd, door zelf te doen. Als er gelegenheid was om achter de instrumenten te zitten, dan oefende ik zonder dat iemand mij bij de hand nam. En zo heb ik gamelan op mijn gevoel leren spelen, zonder notatie.Als het gaat om de positie van de Javanen in Suriname, verwijt ik onze voorouders uit Indonesië niets. Zij zijn onder moeilijke omstandigheden en onder contract naar Suriname gekomen. Hun leven is door verplichte arbeid bepaald. Een paar dagen na geboorte moest een moeder alweer gaan werken. Jonge kinderen werden aan de zorg overgelaten van oudere kinderen, omdat vader en moeder moesten werken.Het belangrijkste was dat een kind te eten had. Van een familieleven of overdracht van generatie op generatie was geen sprake. Bij de tweede generatie is het precies zo gegaan, maar de kinderen van de tweede generatie hadden meer kansen. Zij hebben onderwijs kunnen genieten. Hun ouders verwachtten veel van het onderwijs van hun kinderen, een mulo-diploma gaf al een betere toekomst.De generatie van nu heeft de mogelijkheid om de eigen kinderen een betere opvoeding te geven. De kinderen van nu zouden het daarom moeten redden en beter moeten weten.Toch neemt de belangstelling voor de wayangtraditie af. De Javanen laten het los, terwijl vreemdelingen zoals Amerikanen juist belangstelling krijgen voor de wayang. Mijn boodschap aan de jongste generatie is dat zij de eigen identiteit niet moet vergeten. Ondanks dat je in Nederland woont, moet je niet vergeten dat je hoe dan ook toch Javaan blijft: door je gewoonten en cultuur, door de Adat (Javaans gewoonterecht, normen en waarden), tata-krama (Javaanse etiquette, zeden en gewoonten) en door kebudayaan (cultuur). We moeten trachten onze cultuur te behouden. Een volk zonder cultuur is een volk zonder geschiedenis.
Date Submitted: 2011-04-29
Tot aan 1939 werden circa 33.000 Javanen naar Suriname overgebracht. Na hun contractperiode vestigde de meerderheid zich in Suriname. Slechts een minderheid keerde terug naar Indonesië. De meest beschreven terugkeer is de georganiseerde repatriëring in 1954 van circa 1000 personen naar Indonesië. Deze bestond uit Javaanse ex-contractarbeiders en hun in Suriname geboren (klein)kinderen. Tegen beter weten in kwamen zij niet terecht op Java, maar in Tongar, een plaatsje in West-Sumatra. Daar bleven de meesten niet lang. Hun zoektocht naar een beter leven bracht hen naar andere plaatsen in Indonesië: Pekanbaru, Padang, Medan, Jambi, Jakarta, maar ook opnieuw naar Suriname.Veel minder bekend is de groepsmigratie in 1953 van enkele tientallen Javanen naar het buurland Frans Guyana. Vermoedelijk zijn tot aan het eind van de jaren 60 nog meer personen in groepsverband naar Frans Guyana vertrokken. Tijdens de Surinaamse binnenlandse oorlog weken ook Javanen, vooral vanuit Moengo en Albina, naar Frans Guyana uit. Volgens de Franse bevolkingsgegevens van 2005 wonen momenteel zo’n 1900 Javanen in Frans Guyana.De meest recente omvangrijke landverhuizing van Javaanse Surinamers vond plaats vóór de onafhankelijkheid van Suriname in 1975, dit keer uit Suriname naar Nederland. In de ban van politieke leiders die van mening waren dat de onafhankelijkheid niet goed zou uitpakken voor de positie van de Javanen, vertrokken circa 22.000 Javanen naar Nederland. Onder hen bevonden zich ook degenen die het eerder hadden geprobeerd in Indonesië en in Frans Guyana.Deze meervoudige migratie van de Surinaamse Javanen, is het onderwerp van het levensverhalen project Javaanse Migratie en Erfgoedvorming in Suriname, Indonesië en Nederland. Om van de meervoudige migratiebewegingen en de persoonlijke ervaringen van de Javaanse migranten een helder beeld te krijgen, is een oral history-project opgezet rondom migratie en erfgoedvorming onder de Javanen in Suriname, Indonesië en Nederland.Aan dit project werkten het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV) en de Stichting Comité Herdenking Javaanse Immigratie (STICHJI) samen.De interviews zijn te beluisteren op de website van Javanen in Diaspora, de metadata en de samenvattingen van de interviews zijn opgeslagen in EASY.