Het plangebied is in de afgelopen paar honderd jaar in gebruik geweest als erf en hoeveterrein. Ver-der is het oostelijke deel van het plangebied mogelijk afgegraven. Door graafwerkzaamheden en bouwactiviteiten kunnen eventueel aanwezige archeologische waarden, die vanaf het maaiveld worden verwacht, mogelijk verloren zijn gegaan. De ligging van het plangebied in het oostelijke deel van een droog dal maakt dat het lange tijd een ongunstige vestigingslocatie is geweest. Pas vanaf de Middeleeuwen worden er nederzettingen in de droge dalen in Zuid-Limburg gesticht. De gespecificeerde verwachting is laag voor archeologische resten uit het Paleolithicum tot en met Romeinse tijd en hoog voor archeologische resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd. De hoge gespecificeerde archeologische verwachting van het plangebied voor resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd wordt voor het deel van het plangebied ten oosten van de huidige hoeve bijgesteld naar laag voor alle perioden. In de rest van het plangebied blijft de hoge archeologische verwachting voor resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd gehandhaafd. Op grond van de resultaten van het bureau- en veldonderzoek adviseert Econsultancy om de delen van het plangebied waar de waterbuffer zal worden gerealiseerd en de binnenplaats zal worden verlaagd nader te onderzoeken door middel van een IVO karterende en waarderende fase.