Econsultancy heeft een proefsleuvenonderzoek met mogelijke doorstart naar een opgraving uitgevoerd voor het plangebied aan de Graeterweg te Boukoul in de gemeente Roermond. In het plangebied zal een nieuwe woning met enkele bijgebouwen en externe oppervlakteverharding, een watergang en poel (in kader natuurcompensatie) worden gerealiseerd. De gebouwen krijgen een gezamenlijke oppervlakte van circa 500 m2. De erfverharding krijgt een oppervlakte van circa 355 m2. De oppervlakte van de watergang bedraagt circa 540 m2 en van de poel circa 140 m2. De dieptes van de verstoring ten behoeve van de nieuwbouw en de waterpartijen waren nog niet bekend op het moment van het schrijven van de hier nu voorliggende eindrapportage. Het archeologisch onderzoek wordt noodzakelijk geacht om te bepalen of er een gerede kans is dat archeologische waarden wel of niet aanwezig (kunnen) zijn in de ondergrond, die door de voorgenomen bodemingrepen kunnen worden aangetast/verloren kunnen gaan. Daarom is het binnen het kader van de Erfgoedwet (1 juli 2016) verplicht voorafgaand archeologisch onderzoek uit te voeren.Doel van het proefsleuvenonderzoek is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde archeologische verwachting zoals vermeld in het bureau- en booronderzoek. Het gaat om gebied- of vindplaatsgericht onderzoek. Het proefsleuvenonderzoek gebeurt door middel van waarnemingen in het veld, waarbij (extra) informatie wordt verkregen over bekende en/of verwachte archeologische waarden binnen een onderzoeksgebied. Dit omvat de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden.Het resultaat van een proefsleuvenonderzoek is een rapport met een waardering en een inhoudelijk (selectie-)advies (buiten normen van tijd en geld), aan de hand waarvan een beleidsbeslissing (een selectiebesluit) kan worden genomen. Dit betekent dat de veldactiviteiten uitgevoerd worden tot het niveau waarop deze beslissing gefundeerd genomen kan worden. Dat wil zeggen dat de archeologische waarden van het terrein/vindplaats in voldoende mate zijn vastgesteld.Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Op basis van het bureauonderzoek is een middelhoge verwachting toegekend aan archeologische resten uit het (Laat-)Paleolithicum en Mesolithicum en een hoge verwachting voor vindplaatsen uit het Neolithicum tot en met de Nieuwe tijd. Archeologische resten worden verwacht direct beneden de bouwvoor in de top van de oude Maasafzettingen (Allerød terras), op een diepte van 30 à 50 centimeter beneden het maaiveld. Het bij het inventariserend veldonderzoek door middel van boringen, verkennende fase (IVO-Overig), aangetroffen bodemprofiel komt overeen met de resultaten van het archeologisch bureauonderzoek (archiefinformatie), waardoor de verwachting gehandhaafd is.Op basis van de resultaten van het vooronderzoek heeft Econsultancy geadviseerd om een proefsleuvenonderzoek (IVO-P), karterende en waarderende fase, uit te voeren ter plekke van die zones waar de bodemingrepen ten behoeve van de nieuwbouw en voor de watergang zijn gepland. De bevoegde overheid (gemeente Roermond) heeft dit advies overgenomen, en omgezet in een selectiebesluit.Gevolgde onderzoeksmethode Tijdens het veldwerk was er geen reden om van de onderzoeksmethodiek af te wijken zoals beschreven in het Programma van Eisen. Tijdens het veldwerk zijn zeven proefsleuven van 20 bij 4 meter aangelegd binnen het onderzoeksgebied (totale oppervlakte 560 m2). Het onderzoeksgebied is gedefinieerd als de zone waar de bodem niet verstoord is en de bodemingrepen voor de nieuwbouw, oppervlakteverharding en watergang gepland zijn. In de proefsleuven is één vlak aangelegd in de top van de Maasafzettingen (Allerød terras). Per proefsleuf zijn twee profielkolommen volledig gedocumenteerd. Alle aangetroffen sporen zijn volledig gedocumenteerd en afgewerkt met uitzondering van Werkput 2, omdat op deze locatie nog een vervolgonderzoek dient te worden uitgevoerd in de vorm van een opgraving, variant archeologische begeleiding, bij de aanleg van de watergang.Resultaten proefsleuvenonderzoek Tijdens het veldwerk zijn in drie proefsleuven, met name in het zuidwestelijke deel van het onderzoeksgebied (werkput 1, 2 en 6), sporen en vondsten aangetroffen uit de Midden- en Laat-Romeinse tijd. Het is waarschijnlijk dat deze resten activiteiten op een (achter)erf betreffen, waarbij mogelijk de bebouwing en andere structuren meer naar het zuiden lagen ter plekke van de huidige Boven Boukoul. Aan de oostzijde van het onderzoeksgebied zijn resten van infrastructuur - (veld)weg - uit de Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd (tot eind van 18e eeuw) aangetroffen. Tot slot zijn verspreid in het onderzoeksgebied sporen uit de Nieuwe tijd aangetroffen, die samenhangen met landgebruik en kleinschalige ambachtelijke/industriële activiteiten (veldoven voor de vervaardiging van baksteen).In het onderzoeksgebied is een bodemopbouw aangetroffen van bouwvoor op Maasafzettingen (zwak zandige leem). De Maasafzettingen betreffen het Allerød terras. In het hogere deel van het onderzoeksgebied, aan de zuidwest zijde, is lokaal nog een restant van de briklaag (klei-inspoelingslaag; B-horizont) aanwezig. In het overige deel van het onderzoeksgebied ligt de bouwvoor direct op de C-horizont.Selectieadvies De aangetroffen resten uit de Midden- en Laat-Romeinse tijd (activiteiten op (achter)erf) Late-Middeleeuwen en Nieuwe tijd (infrastructuur - (veld)weg) zijn als behoudenswaardig gewaardeerd. Daarom is geadviseerd om de aanleg van de watergang vanaf de Graeterweg (locatie van Werkput 1) tot aan Werkput 3, aan de oostzijde, onder een opgraving, variant archeologische begeleiding, te doen uitvoeren. De bevoegde overheid, de gemeente Roermond, heeft het advies overgenomen en omgezet in een selectiebesluit.Op het moment van het opstellen van de hier nu voorliggende eindrapportage was de opgraving, variant archeologische begeleiding, in het kader van de aanleg van de watergang nog niet uitgevoerd. De resultaten van dit vervolgonderzoek dienen in een later stadium in een afzonderlijke rapportage gepresenteerd te worden.