In opdracht van BRO en de gemeente Veghel heeft Antea Group juni 2015 een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek heeft bestaan uit een bureauonderzoek en aansluitend een booronderzoek, verkennende fase. Dit in het kader van een bestemmingsplanwijziging van het gebied rondom de Rembrandtlaan in Veghel. In het nieuwe bestemmingsplan dient ruimte te worden gegeven voor het ontwikkelen van maximaal 224 nieuwe woningen. Hiertoe wordt de huidige Rembrandtlaan naar het zuiden toe verlegd. In eerste instantie is een bureauonderzoek voor het gehele bestemmingsplangebied uitgevoerd. Op basis van dit bureauonderzoek is bepaald waar vervolgonderzoek noodzakelijk is.Op de archeologische beleidskaart van de gemeente Veghel ligt het plangebied deels in een zone met een hoge en middelhoge verwachting. Voor deze zones geldt een onderzoeksplicht bij bodemingrepen groter dan 100 m2 en dieper dan 0,3 m onder maaiveld. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het nieuwe bestemmingsplan dat nodig is om de ontwikkeling mogelijk te maken.Uit het bureauonderzoek blijkt dat binnen het plangebied archeologische resten vanaf de steentijd aangetroffen kunnen worden. Hoewel voor een groot deel van het plangebied geen archeologische verwachting meer geldt door de aanleg van de Rembrandtlaan, is de verwachting dat rondom de huidige weg nog wel intacte bodems aangetroffen kunnen worden. Het veldonderzoek heeft aangetoond dat er in het gebied op zeker moment sprake is geweest van een intacte enkeerdgrond of mogelijk een laarpodzol met (sub)recent opgebracht pakket. Dit is nu echter niet meer het geval. Wel resteert er onder de A-horizont is op een beperkt aantal plaatsen een dun restant van een BC-horizont aanwezig. Alle overige podzol-horizonten zijn opgenomen in de A-horizont, of er is sprake van een mixlaag waarin ook brokken van het uitgangsmateriaal zijn opgenomen. Dit laatste betekent dat tenminste de top van de C-horizont verstoord is geraakt. De kans op het aantreffen van vindplaatsen uit de steentijden wordt zeer klein geacht; als er al resten van aanwezig waren zijn die verstoord.Voor het aantreffen van resten van nederzettingen en grafvelden uit de perioden van landbouwgemeenschappen wordt de kans laag ingeschat dat er resten aangetroffen kunnen worden, met uitzondering van diepe sporen zoals waterputten. Dit betreft echter puntlocaties, die niet met een vooronderzoek aangetoond kunnen worden.Op grond van het uitgevoerde veldwerk luidt het advies om het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Alleen ter plaatse van boring twee zijn mogelijk archeologische resten aanwezig van 19e eeuwse bebouwing. Op de planuitwerking zoals die tot nu toe bekend is zijn in deze zone geen bodemingrepen voorzien. Indien in het uiteindelijke plan toch bodemingrepen plaatsvinden is het in overleg met de bevoegde overheid te bepalen of en zo ja welke vervolgstappen in de archeologische monumentenzorgcyclus moeten worden gezet.De beslissing hierover is voorbehouden aan het bevoegd gezag, in deze de gemeente Veghel, die haar beslissing vastlegt in een selectiebesluit.