In opdracht van de provincie Noord-Holland en Boskalis heeft ADC ArcheoProjecten in het kader van de herinrichting van de N241 en de aanleg van een PWN-waterleiding op drie locaties een Inventariserend Veldonderzoeken (IVO) in de vorm van proefsleuven uitgevoerd. Het gaat hierbij om onderzoeken in de plangebieden Veenhuizen, Wognum en Frik. De meeste proefsleuven hebben geen noemenswaardige archeologische resten opgeleverd. In vrijwel elke proefsleuf werden gedempte slootjes aangesneden. Enkele hiervan hebben hun oorsprong vermoedelijk in de Late Middeleeuwen, de meeste kunnen met de nieuwetijdse verkaveling van het gebied in verband worden gebracht.
Op twee locaties binnen het plangebied Wognum werd een bijzondere ontdekking gedaan. Op één locatie werd ca. 2 m onder maaiveld een veenpakket aangetroffen. Dit bleek een veenlaag uit het Laat-Neolithicum, gevormd tussen ca. 2400-2200 v. Chr. Ten tijde van de veenvorming was hier een rietzeggemoeras aanwezig dat regelmatig overstroomde met zoet en brak water. Het laatneolithische landschap kan worden gekenmerkt als een krekenlandschap met kweldervegetaties en brakke graslanden in de komgebieden. Het gebied was erg open, vermoedelijk kwamen er wel wat bomen en struiken voor op de hogere delen van de kreekruggen. Duidelijke aanwijzingen voor de mens in de directe omgeving zijn niet aangetroffen. Na de veenvorming is het landschap afgedekt door een dik laag sediment. Dat gebeurde eerst voornamelijk onder invloed van zoetwater. Later is de invloed van meer brak- en mariene invloed zichtbaar.
Een tweede ontdekking werd gedaan in één van de drie proefsleuven die op een terrein van monumentale waarde (AMK-nr. 5865). In het verleden zijn hier aan het oppervlak scherven uit de Late Bronstijd gedaan (1100-800 v. Chr.). In één van de proefsleuven werd een bronstijdgreppel aangesneden. Het 14C-onderzoek wees uit dat deze greppel is opgevuld in het begin van de Midden-Bronstijd. Dit is bijzonder omdat we in dit gebied en uit deze periode nog niet veel grondsporen kennen. Het is ook opmerkelijk dat op het terrein dat bekend staat vanwege resten uit de Late Bronstijd, juist sporen uit de Midden-Bronstijd aanwezig zijn. De aanwezigheid van de bronstijdgreppel geeft aan dat hier een nederzettingsterrein uit de Bronstijd is aangesneden. De ingrepen in het kader van de herinrichting van de N241 zijn op deze locatie zeer gering. Dit terrein heeft al een monumentale waarde en met toekomstige ingrepen zal rekening worden gehouden met deze bronstijdresten.