In opdracht van de provincie Flevoland heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in de periode oktober 2013 t/m april 2014 een inventariserend veldonderzoek (verkennende en karterende fase) uitgevoerd in verband met de baanverdubbeling van de Waterlandseweg (N305) in de gemeente Almere. Dit onderzoek was noodzakelijk omdat realisatie van de plannen zou kunnen leiden tot aantasting of vernietiging van mogelijk aanwezige archeologische resten. Voorafgaand aan het veldonderzoek is een bureauonderzoek uitgevoerd. Hierin is geconcludeerd dat in de ondergrond van het plangebied bewoningsresten en -sporen uit de periode Laat Paleolithicum B t/m Vroeg Neolithicum aanwezig kunnen zijn in de top van het dekzand, Oude getijdenafzettingen of in de top van het veen. Verder kunnen zeer lokaal scheepswrakken uit de Romeinse tijd, Middeleeuwen en/of Nieuwe tijd aanwezig zijn. Deze kunnen worden aangetroffen in de Flevomeer-, Almere- en/of Zuiderzeeafzettingen. Het doel van het verkennend veldonderzoek was om de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting te toetsen en op basis van de landschappelijke onderzoeksresultaten archeologische zones te selecteren voor een karterend vervolgonderzoek. Doel van het karterend onderzoek was het opsporen van archeologische vindplaatsen in de geselecteerde zones en, indien mogelijk, een eerste indruk te geven van de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aangetroffen archeologische resten. Omdat scheepswrakken doorgaans niet te karteren zijn met een booronderzoek, worden deze in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten.