Uit het onderzoek blijkt dat de bodemprofielen in alle drie de proefsleuven een sterk overeenkomende opbouw vertonen, overeenkomend met eerdere booronderzoeken uit 2023. De bovenste bodemlagen variëren van bouwzand tot recent eerddek met puininclusies. Daarop volgt een humusrijk eerddek met houtskoolspikkels, die duiden op vroegere menselijke activiteiten. Onder dit eerddek bevinden zich diverse natuurlijke oeverafzettingen, waarbij het vlak in de eerste natuurlijke afzetting is aangelegd. Deze afzettingen zijn interessant gebleken vanwege hun ideale positie in het landschap en doordat er tijdens het vooronderzoek een vuursteenafslag van een vuurstenen bijl is aangetroffen. Een vuursteenafslag is een archeologische indicator voor de periode Neolithicum – Bronstijd. Het is daarom een indicator voor de aanwezigheid van een vindplaats uit de periode Midden-Neolithicum – Laat-Neolithicum. De huidige sporen binnen het plangebied zijn echter modern en bestaan uit drainage sleuven met plastic buizen. Verder komt het vondstmeteriaal uit de Nieuwe tijd.Tijdens het onderzoek is vastgesteld dat er geen behoudenswaardige vindplaats in het plangebied aanwezig is, aangezien geen archeologisch relevante sporen zijn aangetroffen. Na afloop van het veldwerk is er contact opgenomen met de bevoegde overheid in de vorm van een evaluatiemail met de waardering en het selectieadvies.