BAAC heeft een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied N811 tussen Lobith en Babberich te Babberich en Herwen, gemeente Zevenaar. Aanleiding voor het onderzoek is het geplande groot onderhoud aan dit tracédeel in 2023. Bij een bureauonderzoek dat is uitgevoerd door BAAC in 2021 zijn langs de N811 in totaal zes locaties (deelgebieden) onderzocht. Deze deelgebieden hebben na uitvoering van het archeologische bureauonderzoek een archeologische verwachting toebedeeld gekregen.Op basis van het bureauonderzoek hebben deelgebied 1, 2 en 4 een hoge archeologische verwachting gekregen. Op basis van het bureauonderzoek zijn deelgebied 1, 2, en 4 verkennend onderzocht (fase 1). Op advies van de regioarcheoloog zijn er extra verkennende boringen gezet in deelgebied 4, 5 en 6 (fase 2). De extra boringen in deelgebied 4 en een deel van de boringen in deelgebied 5 zijn specifiek gezet om de antitankgracht in deze deelgebieden op te sporen.Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste resultaten van het inventariserend veldonderzoek per deelgebied: Deelgebied 1: In het oosten van deelgebied 1 is een rivierduin in de ondergrond aanwezig, waarin zich een (moder)podzol heeft ontwikkeld. In de rest van het gebied is een oeverdek aanwezig met sporen van een oud maaiveld. In het westen van het deelgebied is een geul aanwezig. Het deelgebied is afgedekt met een plaggendek dat vermoedelijk gerelateerd kan worden aan de naastgelegen hofstede.Deelgebied 2: Het deelgebied ligt op geulafzettingen die zijn afgedekt met een recent ophoogpakket.Deelgebied 4: In het deelgebied zijn oeverafzettingen en dijkoverslagafzettingen aanwezig. Een groot deel van het deelgebied is afgedekt met het verhoogde talud van de N811.Deelgebied 5: In het zuiden komt een opgebrachte laag van de dijk op oeverafzettingen voor. In de oeverafzettingen is een verbruinde bodem aanwezig, waarin een fragment Paffrath aardewerk uit de volle middeleeuwen werd aangetroffen (boring 24). Het de rest van het plangebied zijn oeverafzettingen zonder bodemvorming aanwezig.Deelgebied 6: In het noordwesten van deelgebied 6 zijn dijkdoorbraakafzettingen aanwezig. In het zuiden van het plangebied ligt een restgeul van de Waal en resten van een wiel.Antitankgracht De antitankgracht in deelgebied 4 is circa 230 cm diep met een zandige bodem. Er zijn geen puinresten gevonden in het opvullingsmateriaal.De antitankgracht in deelgebied 5 is circa 210 cm diep met een zandige bodem. In de vulling is op 40 cm - mv een stukje plastic aangetroffen. Het deel van de antitankgracht in het deelgebied ligt grotendeels onder het wegdek van de N811.De tijdens het bureauonderzoek opgestelde archeologische verwachting kan op basis van de resultaten van het veldonderzoek voor de grootste gedeeltes van deelgebieden 1, 2, 4 en 5 gehandhaafd blijven. Voor deze gebieden met een (middel)hoge verwachting adviseert BAAC bodemingrepen zo veel mogelijk te vermijden. Indien dit niet mogelijk is adviseert BAAC om een vervolgonderzoek door middel van een archeologische begeleiding (protocol opgraving) uit te voeren bij de volgende verstoringsdieptes: • Deelgebied 1: vanaf 20 cm -mv.• Deelgebied 2: geen vervolgonderzoek.• Deelgebied 3 (advies bureauonderzoek): vanaf 30 cm -mv • Deelgebied 4: vanaf 50 cm -mv (12,3 m +NAP).• Deelgebied 5: vanaf 110 cm -mv in het zuidwesten en vanaf 20 cm -mv in de rest van het gebied.• Deelgebied 6: geen vervolgonderzoek.Als alternatief voor de archeologische begeleiding kan een proefsleuvenonderzoek worden uitgevoerd als de plaatselijke omstandigheden het toelaten.De deelgebieden 2 en 6 hebben een lage archeologische verwachting voor alle perioden toebedeeld gekregen. BAAC adviseert de gebieden met een lage archeologische verwachting vrij te geven voor archeologisch vervolgonderzoek.Binnen deelgebied 4 en 5 is een antitankgracht aanwezig. Indien er tijdens de werkzaamheden tot in de grachtvullingen wordt gegraven, adviseert BAAC de werkzaamheden archeologisch te begeleiden, conform het protocol opgraven, in samenwerking met een explosieven opsporingsbedrijf.