Hoogwaterbeschermingsprogramma Noordelijke Maasvallei te Steyl, Buggenum en Beesel, gemeenten Venlo, Leudal en Beesel; archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek).

DOI

In opdracht van Ingenieursbureau Maasvallei heeft RAAP in december 2018 een verkennend booronderzoek uitgevoerd in Steyl en Buggenum, en in februari 2019 in Beesel. Op basis van het eerder uitgevoerde bureauonderzoek gold een archeologische verwachting voor delen van de plangebieden. De delen waarvoor een middelhoge of hoge verwachting werd uitgesproken tijdens het bureauonderzoek, werden tijdens onderhavig onderzoek middels verkennende boringen onderzocht, en vormen derhalve de onderzoeksgebieden binnen de grotere plangebieden. Doel van het verkennende booronderzoek was het in kaart brengen van de bodemopbouw in de onderzoeksgebieden, om de verwachting uit het bureauonderzoek te toetsen en eventueel verder te specificeren.Onderzoeksgebied SteylHet blijkt dat in de westelijke helft van deelgebied Steyl sprake is van zeer jonge oeverafzettingen. Het noordelijke en oostelijke deel van het gebied ligt in een (rest)geul die in de Allerød geplaatst moet worden. Op historische kaarten is hier een beekje te zien, dus het is mogelijk dat in dit deel ook nog sprake is van beekafzettingen. De zuidoostelijke hoek ligt op een terrasrug uit het Laat Pleniglaciaal. In de westelijke zone (jonge oeverafzettingen) zouden resten van bewoning uit de late middeleeuwen of nieuwe tijd kunnen voor komen, gezien de ligging in de historische kern van Steyl. Verder moet vooral gedacht worden aan resten van economische en watergebonden activiteiten. Het kan gaan om versteviging van de oever tegen de steeds verder naar het oosten oprukkende Maas. Of afvallagen uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd van nabijgelegen historische bebouwing. Langs de westelijke rand van het onderzoeksgebied is vastgesteld dat sprake is van relatief jonge afzettingen en daardoor gelden minder “aanvullende criteria” gelden, wat in een wat lagere verwachting resulteert. In deze zone worden immers geen oudere resten van bewoning of begraving verwacht.In het noorden van het plangebied heeft een beekje gelopen, waarvan het dal vermoedelijk in de jaren 1920 opgehoogd is. Het hoogteverschil tussen het huidige maaiveld en het water van de Maas bedraagt nabij de monding van beek maar liefst 5 m. Hier zouden op diepere niveaus resten kunnen voorkomen van watergebonden activiteiten. Naast oeververstevigingen en afvallagen/dumps uit de middeleeuwen en nieuwe tijd mogen uit oudere perioden rituele deposities verwacht worden. Het betreft namelijk een samenvloeiing van de Maas en de beek. Op dergelijke plekken is de dichtheid aan rituele deposities doorgaans wat hoger dan in andere landschapsdelen. Hier geldt een basisverwachting voor economische, rituele en watergebonden activiteiten.Vanwege de praktische omstandigheden (veel verhardingen e.d.) en de archeologische verwachting (puntlocaties) wordt aanbevolen een opgraving variant archeologische begeleiding uit te voeren in deelgebied Steyl.Onderzoeksgebied BuggenumHet uiterste westen van het plangebied ligt deels op het Allerødterras. Voor het overige deel ligt het plangebied op het Jonge Dryasterras, waarbinnen terrasruggen, terrasvlakten en terraslaagten te onderscheiden zijn. De oeverafzettingen en komachtige afzettingen op het Jonge Dryasterras worden met een jong overstromingsdek afgedekt, uitgezonderd de allerhoogste delen. De bodem kan in deelgebied Buggenum als een ooivaaggrond geclassificeerd worden. Plaatselijk is de bodem verstoordof afgetopt als gevolg van afgravingen en rioleringen. Op een akker langs de Groeneweg werden 13 vondsten aangetroffen. Het gaat met name om vondsten uit de steentijd, maar er werden ook vondsten uit de Romeinse tijd en middeleeuwen aangetroffen.In de top oeverafzettingen, komachtige afzettingen en het dekzand kunnen resten van bewoning, begraving, economische en rituele activiteiten uit de perioden mesolithicum tot en met middeleeuwen aanwezig zijn. Met name op de randen van het Allerødterras worden ook kampementen uit het laat paleolithicum B verwacht. De terraslaagten zijn dermate goed ontwaterd dat dit geen beperking ten behoeve van het gebruik betekende. Andersom zullen deze laagten geen resten van watergebonden activiteiten bevatten. Daar waar komachtige afzettingen de oeverafzettingen afdekken, worden archeologische resten alleen in de komachtige afzettingen verwacht. Hier is dus geen sprake van een apart archeologisch niveau in de oeverafzettingen. Verder is een archeologisch niveau in het jonge overstromingsdek aanwezig. Hierin worden niet zozeer resten van bewoning verwacht, maar kunnen wel economisch gerelateerde resten voorkomen, zoals archeologische resten die met wegen, grondstofwinning/verwerking, percellering en landbouw te maken hebben.Het wordt aanbevolen daar waar de bodem verstoord wordt een karterend booronderzoek (steentijd) en een proefsleuvenonderzoek (latere perioden) uit te voeren. Een deel van het gebied bestaat uit wegen, greppels, taluds, waterwegen, een spoorweg en tuinen. Hier is een proefsleuvenonderzoek gezien de praktische bezwaren misschien niet altijd de meest geschikte methode, en kan beter voor een opgraving variant archeologische begeleiding gekozen worden. De afweging voor een proefsleuvenonderzoek óf een opgraving variant archeologische begeleiding op dergelijke plekken, zal tijdens het opstellen van een PvE gedaan moeten worden. In enkele zones worden geen archeologische resten meer verwacht. Deze kunnen worden vrijgegeven.Onderzoeksgebied BeeselDeelgebieden Bussereindseweg, Bakheide en Rijkel liggen op het Allerødterras, terwijl deelgebieden Oudorp, Ervenweg, Beekstraat en Het Spick op het Jonge Dryasterras liggen. De volgende geomorfogenetische eenheden kunnen onderscheiden worden: terrasgeulen met komachtige afzettingen, terraslaagten met oeverafzettingen of veen, terrasvlakten met oeverafzettingen, rivierduinen (al dan niet bedekt met oeverafzettingen) en zones met hellingafzettingen. Rivierduinen worden plaatselijk met vroeg-holocene oeverafzettingen afgedekt. De vroeg-holocene oeverafzettingen en komachtige afzettingen op het Jonge Dryasterras worden met een jong overstromingsdek afgedekt. Bij de Bussereindseweg is op het Allerødterras ook sprake van een pakket jonge klei met eenonbekende ontstaanswijze (antropogeen?), dat een oudere veenlaag afdekt. In één boring bij het Spick is sprake van verspoeld hellingmateriaal.Bij Het Spick is een vuurstenen afslag aangetroffen de rijkdom aan resten uit de steentijd voor dit gebied wederom lijkt te bevestigen. Verder is hier nog een fragment aardewerk uit de volle- of late middeleeuwen aangetroffen dat mogelijk verspoeld is gezien de ligging in een pakket hellingafzettingen. Een fragment prehistorisch aardewerk te Ouddorp vormt samen met eerder aangetroffen prehistorisch aardewerk mogelijk op een vindplaats uit de (late) prehistorie.Een proefsleuvenonderzoek is bij deelgebieden Rijkel, Ouddorp, Ervenweg en Het Spick (deels) de geschikte methode om de verwachte nederzettingsresten of grafvelden op te sporen. Voor het opsporen van kleine vuursteenclusters is een proefsleuvenonderzoek weer niet geschikt. Daarom wordt aanbevolen in afgedekte situaties (jong overstromingsdek op oeverafzettingen/rivierduinzand) voorafgaand aan het graven van proefsleuven een karterend booronderzoek uit te voeren om vuursteenclusters op te sporen. Bij de Bussereindseweg, Bakheide Beekstraat en Het Spick (deels) worden echter archeologische resten verwacht die aan natte landschapsdelen zijn te relateren. Deze resten bestaan veelal uit puntlocaties en zijn daarom moeilijk met proefsleuvenonderzoek op te sporen. Hier zou voor een opgraving variant archeologische begeleiding van graafwerkzaamheden gekozen moeten worden.

Issued: 2019-02-22

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xf3-f7fr
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-xf3-f7fr
Provenance
Creator M.H.P.M. Ruijters
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor M.C. Diepeveen; RAAP Archeologisch Adviesbureau bv
Publication Year 2021
Rights CC-BY-4.0; info:eu-repo/semantics/openAccess; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Contact M.C. Diepeveen (Raap bv)
Representation
Resource Type Dataset
Format text/xml; application/octet-stream; text/csv
Size 12139; 12646; 1653; 245555; 16962; 2389
Version 2.0
Discipline Humanities