In juli 2011 heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed een waarderend booronderzoek uitgevoerd langs Groot Zeilmeer ten oosten van Meerveld (gemeente Apeldoorn). De aanleiding tot het onderzoek waren vondsten van stenen artefacten in de zuidoosthoek van een grote akker. De ontdekker van de vindplaats, de heer O.J. Thomassen (Kootwijk), verzamelde er tussen 1985 en 2008 een kleine honderd vuurstenen artefacten. De samenstelling van de werktuigen en kenmerken van de gebruikte vuursteen wijzen op een vindplaats van de Hamburgcultuur (ca. 12.500 – 11.800 v. Chr). Het waarderende onderzoek bestond uit het zetten van 16 boringen in de akker en 20 boringen langs de akker in het aangrenzende bosgebied. Er is gebruik gemaakt van een edelmanboor met een diameter van 12 cm. In het akkerperceel zijn over een oppervlakte van 20 x 20 m in verschillende boringen vuurstenen artefacten aangetroffen. Aan de rand van de akker kwamen eveneens enkele artefacten aan het licht. De dichtheid van de artefacten per boring is laag: de meeste boringen hebben geen of slechts één artefact opgeleverd. De vindplaats is door modern grondgebruik (ploegen) verstoord. Hierdoor zijn artefacten in de bouwvoor en aan het oppervlak terecht gekomen. Bovendien is de akker omgezet waardoor de bouwvoor en hierin aanwezige artefacten verticaal zijn verplaatst (ondergeploegd). Van een intacte archeologische laag in het akkerperceel is geen sprake meer. Ten zuiden en ten oosten van de akker ligt het maaiveld enkele decimeters hoger en is het bodemprofiel gaaf. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat de Hamburgvindplaats zich uitstrekt tot in het aangrenzende bosgebied. Vijf vuurstenen artefacten in boring 8 aan de oostelijke rand van de akker houden vermoedelijk verband met een jongere, mesolithische bewoningsfase. Dichtbij boring 8 kwam tijdens het opschonen van een bodemprofiel in een slootkant een kleine haard uit het mesolithicum aan het licht. Op basis van de slechte fysieke kwaliteit wordt de Hamburg-vindplaats bij Groot Zeilmeer niet als behoudenswaardig beschouwd. Wel moet rekening worden gehouden met goed-geconserveerde vindplaatsen uit het laat-paleolithicum, mesolithicum en/of neolithicum in het bosgebied tussen de akker en de pingoruïne van Groot Zeilmeer. Niet-archeologische graafwerkzaamheden die leiden tot verstoring van het bodemprofiel dienen in dit gebied te worden vermeden.