Het plangebied maakt deel uit van het rivierengebied waar een afwisseling van bewoonbare zandige stroomruggen en natte komgebieden is ontstaan. Uit het veldonderzoek blijkt dat het plangebied ligt op de stroomgordel van Hank, waarbij zich in de noordoosthoek van het gebied een oude restgeul bevindt. In de top van deze afzettingen, die zich op een diepte bevinden van 1,05 à 1,75 cm – mv, kunnen archeologische waarden aanwezig zijn die dateren uit de midden ijzertijd tot en met de Romeinse tijd en mogelijk de middeleeuwen. Dit geldt niet voor de restgeulafzettingen in het noordoostelijke deel van het plangebied. In deze afzettingen, die vanaf 1,45 à 1,80 m – mv voorkomen, kunnen aan natte context gerelateerde archeologische waarden uit de vroege middeleeuwen voorkomen. Aan deze zone wordt derhalve een middelhoge verwachting toegekend. Deze afzettingen zijn afgedekt met een laag komafzettingen van de Maas met daarop (zoet- of zoutwater) getijdenafzettingen uit de periode 1421- 1461. Deze afzettingen zijn vervolgens afgedekt met een opgebracht pakket. Gezien de aanwezigheid van bebouwing in het zuidoostelijke deel van het plangebied in het begin van de negentiende eeuw worden wordt aan dit deel van het gebied een hoge verwachting toegekend voor archeologische waarden uit de nieuwe tijd toegekend. Deze waarden bevinden zich aan of nabij het oppervlak in de oude woongrond en/of de top van de getijdenafzettingen.Het plangebied maakt deel uit van een gebied dat lange tijd grotendeels onbebouwd was en in gebruik als open, agrarisch gebied. De structuur van dit gebied werd bepaald door de Dorpsstraat ten zuiden van het plangebied, de Molenkade langs de oostzijde en de verkaveling in brede, noordoost-zuidwest georiënteerde percelen. De bebouwing concentreerde zich langs de Dorpsstraat met uitlopers langs de Molenkade. Door de vernieling van Dussen in de Tweede Wereldoorlog en de daaropvolgende wederopbouw is de structuur van het landschap in en om het plangebied sterk gewijzigd. Het gebied is bebouwd geraakt, waarbij de oude openheid is verdwenen en zichtrelatie met de Dorpsstraat is verbroken. Alleen de Molenkade langs de oostzijde van het plangebied is, in sterk gewijzigde vorm, als relict uit het verleden bewaard gebleven.Dit betekent niet dat het plangebied geen cultuurhistorische waarde heeft. Met de bouw van de O.L. Vrouw Geboortekerk in het plangebied is een nieuwe karakteristiek gelieerd aan de wederopbouw ontstaan. De kenmerken hiervan zijn de relatief lage kerk omringd door een groenzone met verspreide laagbouw.Deze waarden zijn deels vastgelegd door de aanwijzing van de kerk als gemeentelijk monument. De bijbehorende pastorie is echter niet gewaardeerd.Geadviseerd wordt om voorafgaand aan de herinrichting de waarden van dit gebouw en de relatie met de kerk nader in kaart te brengen.Bij herinrichting wordt geadviseerd om rekening te houden met de historische karakteristiek van het gebied en deze te behouden en te versterken in de nieuwe inrichting van het gebied. Dit zijn;- Kerk en, afhankelijk van de resultaten van een nader bouwhistorisch onderzoek, de bijbehorende pastorie.- Groene karakter van plangebied met verspreide laagbouw;- Molenkade als secundair bouwlint vanuit de oude dorpslint van Munsterkerk (d.w.z. vanaf de Dorpsstraat) en als belangrijke