ADC Maritiem heeft in samenwerking met Baars CIPRO een Inventariserend Veldonderzoek Opwaterfase bij de Oranjesluizen en het IJmeer (gemeente Amsterdam). Dit onderzoek was noodzakelijk in verband met voorgenomen baggerwerkzaamheden in de vaargeul. Door middel van bureauonderzoek is vastgesteld dat voor dit gebied een specifieke archeologische verwachting geldt voor scheepvaartgerelateerde vondsten en verdronken landschappen. De baggerwerkzaamheden kunnen eventueel in het plangebied (afbeelding 1) aanwezige archeologische resten aantasten. Het plangebied is ingedeeld in drie zones: M23 - M27 – M28.Het vooronderzoek vindt plaats in het kader van het project AVO sluizen van Rijkswaterstaat en omvat naast de Oranjesluizen ook de sluizen bij IJmuiden. De in IJmuiden te baggeren gebieden zijn in de 19e eeuw aangelegd (uitgegraven). Voor deze gebieden (M04 en M22) geldt geen archeologische verwachting en blijven dan ook buiten beschouwing in het archeologische vooronderzoek.De zones M23, M27 en M28 zijn opgenomen met side scan sonar en multibeam. Deze gegevens zijn geanalyseerd op het voorkomen van anomalieën: (antropogene) afwijkingen in de bodemstructuur. De anomalieën zijn ingedeeld in de volgende categorieën: 1. Structuur / object met archeologische verwachting 2. Baggerobstakel 3. Natuurlijk fenomeen 4. Bodemverstoring antropogeen Het onderzoek heeft in totaal zeven locaties opgeleverd met een archeologische verwachting. Het betreft drie palenclusters en vier zones waarvan de aard niet duidelijk is. Mogelijk betreft het scheepvaart gerelateerde objecten. Voor alle anomalieën met een archeologische verwachting wordt in principe een vervolgonderzoek conform de KNA waterbodems 3.1 geadviseerd: IVO Onderwater (duikinspecties). Daarbij moet worden opgemerkt dat vijf van de zeven locaties buiten de te baggeren vaargeul liggen (afbeelding 15). Locatie 1.4 (deels) en 1.7 bevinden zich binnen de verstoringgrens. Over het algemeen wordt een buffer van 50 meter buiten de geplande verstoring gehanteerd als verstoringgrens bij een ingreep in een waterbodem.In overleg met de opdrachtgever en de bevoegde overheid zal bepaald moeten worden in hoeverre de voorgenomen baggerwerkzaamheden daadwerkelijk een bedreiging vormen voor deze locaties. Voor wat betreft de anomalieën van categorie 2 geldt dat het in het belang is voor de voortgang van de baggerwerkzaamheden en het in te zetten materieel te weten om wat voor objecten het gaat. Vanuit deze optiek zou een selectie van de gerapporteerde anomalieën kunnen worden geïnspecteerd door middel van duikers.De baggerwerkzaamheden bij IJmuiden kunnen zonder beperking worden uitgevoerd. In geval van het aantreffen van een (vermoedelijke) archeologische vondst dient deze conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) gemeld te worden bij de bevoegde overheid.
Vooronderzoek AVO Sluizen NZK, IVO opwaterfase Oranjesluizen en IJmeer
Sonar en multibeamonderzoek van de waterbodem