Het onderzoek aan de Booomaweg te Monster bestond als eerste uit een proefsleuvenonderzoek. Hieruit bleek dat vooral de glastuinbouw zijn sporen binnen het plangebied had nagelaten. In het meest zuidoostelijke deel van deelgebied 1 kwamen onder deze recente sporen toch ook sporen van een vroegere periode naar voren (vindplaats 1). De sporen leken goed geconserveerd te zijn en mogelijk een nederzettingsterrein aan te duiden. De vindplaats is behoudenswaardig bevonden en conform het PvE direct opgegraven. De conclusies hiervan zijn te vinden in paragraaf 8.2. In deelgebied 3 zijn alleen sporen van de recente glastuinbouw aangetroffen. In deelgebied 5 zijn nog twee vindplaatsen gedefinieerd. Vindplaats 2 bestaat uit landbewerkingssporen uit de Nieuwe tijd met een slechte conservering. Door de slechte conservering zijn deze niet behoudenswaardig gevonden. Vindplaats 3 betrof een geul, die dateert vermoedelijk dateert uit de Middeleeuwen. Daarmee duidt deze geul waarschijnlijk op de nabijheid van een Middeleeuws erf. De vulling was zeer licht en bevatte op één scherf na geen vondsten. Het is daardoor zeer waarschijnlijk dat binnen het deelgebied geen bewoning aangetroffen zal worden. De geplande graafwerkzaamheden ter plaatse zullen daarnaast slechts een geringe verstoring opleveren aan de vindplaats binnen het deelgebied. Daarop is in het veld besloten om de vindplaats niet verder op te graven. De vindplaats is echter wel behoudenswaardig. Het advies luidt dan ook om bij toekomstige verstoringen in de directe omgeving van deze vindplaats proefsleuven uit te voeren om mogelijk het middeleeuwse erf aan te kunnen treffen.