RAAP Archeologisch Adviesbureau heeft in september 2010 een bureauonderzoek uitgevoerd in verband met de graafwerkzaamheden aan de Leemkuilen en de Comes Oolenstraat in de gemeente Hilversum.Op basis van de onderzoeksresultaten is voor het plangebied, mits onverstoord, een hoge verwachting gedefinieerd voor de aanwezigheid van waardevolle (intacte) archeologische overblijfselen vanaf het Laat Paleolithicum tot en met de Late Middeleeuwen. Vanaf het Laat Paleolithicum kan het gaan om strooiing van vuurstenen artefacten en vanaf het Mesolithicum ook om grondsporen. Vanaf het Neolithicum gaat het voornamelijk om (resten van) nederzettingsterreinen en sporen van begravingen, zoals grafheuvels en urnenvelden. Voor de periode vanaf de Nieuwe tijd geldt een middelmatige archeologische verwachting.Tijdens het veldonderzoek zijn 13 boringen gezet. In 8 boringen (boringen 3, 4, 6, 7, 8, 10, 11 en 12) zijn verstoorde bodems gevonden. Omdat de verstoring tot in de C-horizont reikte, zijn eventuele archeologische vondsten en sporen reeds vernietigd. In 5 boringen (boringen 1, 2, 5, 9 en 13) werd wel een intact bodemprofiel aangetroffen, waarin verschillende bodemlagen van elkaar konden worden onderscheiden. Onder de recente ophooglaag werd een dun plaggendek waargenomen, waarin een aantal archeologische indicatoren, zoals geglazuurd aardewerk, puinfragmenten en een pijpenkopfragment, uit de Nieuwe tijd aanwezig waren. Bovendien werden mogelijk sporen van grondwerkzaamheden in de B/C-horizont aangetroffen. In 2 boringen (2 en 4) kon worden vastgesteld dat het (dunne) dekzandpakket overging in de sandr-afzettingen. Met uitzondering van de archeologische indicatoren in het plaggendek, zijn in de boorprofielen en het zeefresidu geen relevante archeologische indicatoren of relevante archeologische lagen of cultuurlagen aangetroffen.
Issued: 2010-08-25