Tussen 2 september 2019 en 27 mei 2020 zijn door Archeologie West-Friesland diverse kleinschalige opgravingen uitgevoerd tijdens de wegwerkzaamheden aan de Hemmerbuurt in Hem en het Westeinde in Venhuizen, gemeente Drechterland. Aanleiding voor het archeologisch onderzoek vormde de vervanging van het wegtracé door de Hemmerbuurt in Hem en een deel van het Westeinde in Venhuizen, waarbij een nieuw hemelwaterriool en opdiverse plaatsen een nieuwe waterleiding werden aangelegd.Volgens verwachting werden tijdens het archeologisch onderzoek in de weg door Hem en Venhuizen diverse resten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd aangetroffen. Duidelijke sporen en vondsten uit de prehistorie ontbraken.Bij het kruispunt Hemmerbuurt-Meeweg werden in de rioolsleuf diverse sporen aangetroffen die dateren uit de vroegste fase van de veenontginning in de regio Drechterland.Tijdens de graafwerkzaamheden kon ter hoogte van het kruispunt Hemmerbuurt-Torenweg een oude gedempte sloot als een donkerbruin spoor van zavelige klei dieper dan circa 1 m onder het maaiveld in het oostprofiel van de rioolsleuf herkend worden.Opvallende laatmiddeleeuwse metaalvondsten die getuigen van transport op de Hemmerbuurt zijn diverse hoefijzers en een ijzeren ruiterspoor ingelegd met zilverdraad.Ongeveer 15 cm onder het asfalt, dat voor het eerst in 1929 werd aangelegd, werd straatwerk van rode en gele klinkers met een dikte van circa 4 tot 5 cm aangetroffen. Waarschijnlijk vormde dit een oude paardenstraatje in het midden van de weg. Op verschillende plaatsen aan de noordzijde van de Hemmerbuurt werd tevens een 65 cm breed voetgangerspad van klinkerharde Friese boerengeeltjes nog redelijk intact aangetroffen. Dit straatwerk dateert vermoedelijk uit de 18de of 19de eeuw.Slechts op één punt, op het kruispunt Hemmerbuurt-Meeweg, kon tijdens de graafwerkzaamheden duidelijk een deel van een oude stenen brugfundering herkend worden.Tussen het Westeinde 14 en 16 werden stukken van een houten walbeschoeiing aangetroffen die deels dendrochronologisch in de eerste helft van de 18de eeuw zijn gedateerd. Een andere opmerkelijke vondst betreft een groot stuk van een grenspaal van gefrijnde blauwe hardsteen ter hoogte van het plaatsnaambord van Venhuizen dat de grens met Hem markeert.In de kern van Hem rond het kruispunt Hemmerbuurt-Torenweg werden nog een aantal bijzondere bakstenen structuren aangetroffen. Aan de noordoostzijde van het kruispunt werden op circa 1 m onder het maaiveld de funderingsresten van een gevelmuur van de in 1943 afgebrande herberg ’t Wapen van Hem aangetroffen.Ten westen van het kruispunt Hemmerbuurt-Torenweg kwamen tijdens de graafwerkzaamheden langs het voormalig kerkhof van Hem resten van muurwerk gefundeerd op brokken natuursteen en grafzerkfragmenten tevoorschijn.Tot slot schetsen enkele vondsten uit het tracé Hemmerbuurt-Westeinde nog een beeld van de vroegere bewoners van Hem en Venhuizen. Het agrarische karakter van de dorpen blijkt onder andere uit scherven van kaasvormen uit de 16de en 17de eeuw. Bovendien is een ijzeren sikkel tijdens de graafwerkzaamheden aangetroffen. Dat de lokale inwoners ook sterk betrokken waren bij de internationale zeevaart wordt geïllustreerd door diverse keramiekscherven van Italiaans en Portugees tinglazuuraardewerk uit de late 16de tot het midden van de 17de eeuw. De neergang van de handel over zee in de 18de eeuw leidde ertoe dat het boerenbestaan weer de grootste inkomstenfactor voor de dorpen werd. Fragmenten van verfijnd serviesgoed van Europees porselein en Engels aardewerk tonen wel aan dat ook na 1800 de boerenbevolking zich nog luxe importwaren kon permitteren.
West-Friese Archeologische Rapporten 164