Het doel van dit materiaalonderzoek is het verkrijgen van een goed beeld van het gebruik van middeleeuwse keramiek in de handelsnederzetting Deventer. Alhoewel de afgelopen 50 jaar zeer veel verschillende onderzoeken hebben plaatsgevonden, heeft het altijd ontbroken aan systematisch onderzoek van grote complexen gebruiksaardewerk uit de bloeitijd van de nederzetting. Omdat het onderzoek aan de Polstraat in 1998-99 juist deze periode belichtte en in het hart van de handelsnederzetting lag, bleek dit materiaal bij uitstek geschikt om dergelijk onderzoek mee te verrichten. In deze rapportage wordt dan ook verslag gedaan van het onderzoek naar keramiek, opgegraven in 1998 en 1999 in de Polstraat te Deventer. De opgraving was een omvangrijk project, daarom zijn de complexen geselecteerd die tijdens het onderzoek zelf en in de basisrapportage de meeste vragen opriepen. Het materiaal is afkomstig uit vier grote kelders van huizen in houtskeletconstructie en een merkwaardig venig ophogingspakket.In de eerste paragrafen wordt het doel van het onderzoek uiteengezet en daarnaast de procedure die gevolgd is bij het selecteren van de vondsten. In paragraaf 2.2 worden de methoden van het onderzoek zelf behandeld en worden de verschillende baksels die zijn aangetroffen gedefinieerd. Daarnaast bevat dit hoofdstuk algemene informatie over de opgraving en specifieke beschrijvingen van de onderzochte sporen.De kelders die onderzocht zijn, passen in een ontwikkeling van de huizenbouw die zich in heel Noordwest-Europa heeft afgespeeld. Om deze ontwikkeling in haar context binnen en buiten de stad te kunnen plaatsen, is in hoofdstuk 3 de nederzettingsgeschiedenis van Deventer tot ca. 1500 beschreven. Daarnaast wordt kort de algemene ontwikkeling van de houten huizenbouw beschreven.Hoofdstuk 4 behandelt de onderzochte complexen per keramiektype.In hoofdstuk 5 volgen de conclusies. Eerst kort de uiteindelijke dateringen van de onderzochte structuren op grond van het materiaal en een discussie over de beschikbare dendrochronologische dateringen. Daarna komen uitgebreider de conclusies voor de verschillende typen keramiek aan bod, getrokken uit het keramiekonderzoek. In de laatste paragraaf worden de algemene conclusies uit het onderzoek vergeleken met de resultaten van andere opgravingen in Deventer en andere plaatsen.Achterin deze rapportage is een aantal bijlagen opgenomen, waaronder enkele foto’s van opmerkelijke scherven en een aantal voorbeelden van de meest voorkomende baksels.