BO IVO-V Hasselt Glinthuisweg 17-17a Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase Glinthuisweg 17-17a te Hasselt, gemeente Zwartewaterland (OV)

DOI

Laagland Archeologie heeft in februari 2020 een Bureauonderzoek en Inventariserend veldonderzoek - verkennende fase uitgevoerd aan de Glinthuisweg 17-17a te Hasselt. Het onderzoek vond plaats in verband met de ruimtelijke procedure rondom de sloop van de huidige bedrijfsgebouwen, gevolgd door nieuwbouw van vier woningen.Het bureauonderzoek had tot doel een archeologisch verwachtingsmodel op te stellen. Centraal staat daarbij de vraag of en zo ja welke archeologische resten (complextype, datering, diepteligging en gaafheid) in het plangebied kunnen worden verwacht. Hiertoe zijn landschappelijke, archeologische en historische bronnen geraadpleegd.Op basis van het bureauonderzoek geldt een brede archeologische verwachting voor resten vanaf het Mesolithicum tot en met de Nieuwe Tijd. Deze resten kunnen worden verwacht in de top van de natuurlijke rivierduinafzettingen, die zich onder een ophooglaag van 80 – 90 cm onder het maaiveld bevinden.Dit verwachtingsmodel is getoetst en aangevuld door middel van verkennend booronderzoek. Het verkennende booronderzoek heeft tot doel het verwachtingsmodel te toetsen en zonodig aan te vullen. Hiertoe zijn verspreid over het toegankelijke deel van het plangebied verkennende boringen gezet. In dit stadium is verkennend booronderzoek de meest efficiënte onderzoekswijze om de archeologische potentie van het plangebied in kaart te brengen.Op basis van het uitgevoerde booronderzoek is de kans groot dat het plangebied archeologische sporen bevat. Deze sporen kunnen worden aangetroffen in de top van het rivierduin, onder een opgebracht pakket van circa 90 cm dik. Indien de geplande bodemverstorende werkzaamheden dieper reiken dan circa 70 - 80 cm -mv adviseren we archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren. Daarbij is rekening gehouden met een bufferlaag van 20 cm. Indien de bodemverstorende werkzaamheden niet dieper reiken dan 70 cm -mv, en/of indien er alleen heipalen geslagen of geboord worden (al dan niet dieper dan 70 cm) adviseren we geen vervolgonderzoek uit te voeren. Het aanbrengen van heipalen gaat bijna altijd gepaard met een beperkte bodemverstoring en leidt slechts in geringe mate tot aantasting van een eventuele vindplaats. We adviseren eventueel archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van gravend onderzoek. Dit kan een proefsleuvenonderzoek zijn, waarbij sleuven conform de KNA Leidraad Inventariserend Veldonderzoek Deel: Proefsleuven-onderzoek (IVO-P) worden gegraven op de nieuwbouwlocaties of een archeologische begeleiding, waarbij de aanleg van de bouwkuipen wordt ontgraven onder begeleiding van een daartoe gecertificeerde archeologische instelling. Indien tijdens vervolgonderzoek geen archeologische resten worden aangetroffen, is een proefsleuvenonderzoek meestal duurder, maar indien wel archeologische resten worden aangetroffen is de doorlooptijd van een proefsleuvenonderzoek meestal kleiner en kunnen de uiteindelijke kosten vaak geringer zijn.Omdat de bodemkundige situatie onder de huidige bebouwing en terreinverhardingen op de bouwlocaties niet bekend is, kan daarnaast nog gedacht worden eerst aanvullend booronderzoek uit te voeren op de nieuwbouwlocaties nadat de huidige bebouwing en verharding is verwijderd of eventueel met inschakeling van een mechanische (beton)boringen. De kans dat deze vervolgboringen eveneens tot een advies omtrent gravend onderzoek leiden is echter aanwezig.Voor een archeologisch proefsleuvenonderzoek of een archeologische begeleiding dient een door het bevoegd gezag goed te keuren archeologisch Programma van Eisen (PvE) te worden opgesteld. Dit is een formeel document dat enerzijds de belangen van de opdrachtgever dient te waarborgen en anderzijds de archeologisch-wetenschappelijke belangen borgt.De implementatie van dit advies is in handen van de gemeente Zwartewaterland, hierin vertegenwoordigd door de archeologisch adviseur van de gemeente, de heer M. Klomp (gemeentelijk archeoloog Zwolle).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-29h-q7na
Metadata Access https://archaeology.datastations.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=doi:10.17026/dans-29h-q7na
Provenance
Creator E.W. Brouwer
Publisher DANS Data Station Archaeology
Contributor R.C.B. Steenbak; Laagland Archeologie
Publication Year 2021
Rights DANS Licence; info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; https://doi.org/10.17026/fp39-0x58
OpenAccess false
Contact R.C.B. Steenbak (Provincie Noord-Brabant)
Representation
Resource Type Dataset
Format application/pdf; application/octet-stream; application/dbf; application/prj; application/shp; application/shx; text/xml
Size 3933155; 5; 657; 433; 705; 352; 172; 8585; 8401; 3289; 1190; 1343; 1815; 830; 1448; 4487; 10326; 3897; 1851; 1148; 1678; 1831; 1895; 2143; 10169; 1266; 1624; 2060; 1391; 1626814; 978; 1602; 173796; 1445; 977; 1280; 1588697; 907; 1208; 2963; 980; 38289; 1470; 2124; 2075; 1439; 1813; 1524; 2250; 46974; 77; 396; 108; 4472; 255462
Version 1.0
Discipline Humanities